In 1918 keerde een jonge prinses van haar studie in Oxford terug naar India en raakte gefascineerd door de leer van Mohandas Gandhi. Rajkumari Amrit Kaur, geboren in de koninklijke familie van Kapurthala en opgeleid in Edwardiaans Engeland, besloot dat het haar levensmissie was India te helpen zich te bevrijden van zijn koloniale banden en onderdrukkende maatschappelijke normen. Al snel pakte ze sociale kwesties aan, drong ze aan op onderwijs voor vrouwen, stemrecht en echtscheidingsrecht, en sprak ze zich uit tegen kinderhuwelijken. In 1930 werd ze secretaresse van Gandhi.
Toen India in 1947 eindelijk onafhankelijk werd van de Britten, werd Kaur de eerste vrouw in het kabinet, waar ze 10 jaar lang minister van Volksgezondheid was. In die functie richtte ze de Indiase Raad voor Kinderwelzijn op, hielp ze bij de oprichting van ’s lands beste ziekenhuis en medische hogeschool, en voerde ze campagne om malaria te voorkomen, wat waarschijnlijk honderdduizenden levens heeft gered. Kaur kreeg in 1956 een eredoctoraat van Princeton en werd geprezen voor haar “substantiële en zeer effectieve actieprogramma’s” voor moeders en kinderen, voor de zieken en de hongerenden.
Door haar leven van luxe achter zich te laten, hielp Kaur niet alleen duurzame democratische instellingen op te bouwen, ze inspireerde ook generaties om te vechten voor de gemarginaliseerden. -Naina Bajekal
Koop de cover art→
Dit artikel maakt deel uit van 100 Women of the Year, TIME’s lijst van de invloedrijkste vrouwen van de afgelopen eeuw. Lees meer over het project, bekijk de 100 covers en meld je aan voor onze Inside TIME nieuwsbrief voor meer.