25 Bemoedigende Schriftverzen om te lezen bij begrafenissen

X

Privacy & Cookies

Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Lees meer, inclusief hoe u cookies kunt beheren.

Got It!

Advertenties

Als christenen moeten we leven met de eeuwigheid in ons vizier. Het zal een thuiskomst zijn, een hemels feest, zo u wilt, waar we voor Zijn troon zullen staan in de hoop onze Verlosser te horen zeggen: “Goed gedaan, goede en trouwe dienaar! Kom in je eeuwige rust.” (Mattheüs 25:23, 34) Voor ons die deze wereld verlaten in de wetenschap dat onze eeuwigheid veilig is door de reddende kennis van Jezus Christus, is er geen wenen of verdriet. Maar toch, als we de begrafenis van een gelovige bijwonen, hoewel het een viering van een goed geleefd leven mag zijn, zullen we rouwen en onze geliefde missen totdat we weer met hem of haar in de Hemel verenigd zijn. Wees getroost door deze bijbelverzen en deel ze met hen die bemoediging nodig hebben in hun tijd van rouw.

Palm 23 (NKJV) “De Heer is mijn herder, mij zal niets ontbreken. Hij doet mij nederliggen in grazige weiden, Hij voert mij aan rustige wateren. Hij verkwikt mijn ziel; Hij leidt mij op de paden der gerechtigheid, om zijns naams wil. Ja, al ga ik door het dal van de schaduw des doods, ik vrees geen kwaad, want U bent bij mij, Uw stok en Uw staf, zij troosten mij. U bereidt een tafel voor mij in de aanwezigheid van mijn vijanden; U zalft mijn hoofd met olie; mijn beker vloeit over. Goedertierenheid en barmhartigheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven, en ik zal voor eeuwig wonen in het huis des Heren.”

Matheüs 5:4 “Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen getroost worden.”

Johannes 14:27 “Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u. Ik geef u niet zoals de wereld u geeft. Laat uw hart niet verontrust worden en wees niet bang.”

Romeinen 8:35-39 “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Zullen moeilijkheden of tegenspoed of vervolging of hongersnood of naaktheid of gevaar of zwaard? Zoals er geschreven staat: “Om uwentwil zijn wij de ganse dag in de dood; wij zijn als slachtschapen.” Nee, in al deze dingen zijn wij meer dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad. Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood noch leven, noch engelen noch demonen, noch heden noch toekomst, noch machten, noch hoogte noch diepte, noch iets anders in de ganse schepping ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here.”

Johannes 14:1-4 “Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. Het huis van mijn Vader heeft vele kamers; als dat niet zo was, zou ik u dan gezegd hebben dat ik daarheen ga om voor u een plaats te bereiden? En als Ik heenga en voor jullie een plaats bereid, kom Ik terug en neem jullie bij Mij, opdat jullie zijn waar Ik ben. Jij weet de weg naar de plaats waar ik heenga.”

Isaja 41:10 “Vrees dus niet, want ik ben bij je; wees niet ontmoedigd, want ik ben je God. Ik zal u versterken en u helpen; Ik zal u staande houden met mijn rechtvaardige rechterhand.”

Palm 46:1-10 “God is onze toevlucht en kracht, een altijd aanwezige hulp in nood. Daarom zullen wij niet vrezen, al begeeft de aarde het en vallen de bergen in het hart van de zee, al bulderen en schuimen haar wateren en beven de bergen door hun geschud. Er is een rivier waarvan de stromen de stad van God verblijden, de heilige plaats waar de Allerhoogste woont. God is in haar, zij zal niet vallen, God zal haar helpen bij het aanbreken van de dag. Naties zijn in oproer, koninkrijken vallen; Hij verheft zijn stem, de aarde smelt. De almachtige Heer is met ons, de God van Jakob is onze vesting. Kom en zie wat de Heer heeft gedaan, de verwoestingen die hij op de aarde heeft gebracht. Hij doet oorlogen ophouden tot aan de einden der aarde. Hij breekt de boog en verbrijzelt de speer; Hij verbrandt de schilden met vuur. Hij zegt: “Wees stil en weet, dat Ik God ben; Ik zal onder de volken verhoogd worden, Ik zal op de aarde verhoogd worden.”

1 Korinthe 15:50-57 “Ik verklaar u, broeders en zusters, dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet kunnen beërven, en dat het vergankelijke het onvergankelijke niet beërft. Luister, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen niet allen slapen, maar wij zullen allen veranderd worden… in een flits, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Want de bazuin zal klinken, de doden zullen onvergankelijk worden opgewekt, en wij zullen veranderd worden. Want het vergankelijke moet zich bekleden met het onvergankelijke, en het sterfelijke met onsterfelijkheid. Wanneer het vergankelijke bekleed is met het onvergankelijke, en het sterfelijke met de onsterfelijkheid, dan zal het gezegde waar worden: “De dood is verzwolgen in de overwinning.”

“Waar, o dood, is uw overwinning? Waar, o dood, is uw angel?”

De angel des doods is de zonde, en de macht der zonde is de wet. Maar God zij dank! Hij geeft ons de overwinning door onze Heer Jezus Christus.”

Philippensen 4:7 “En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.”

2 Korintiërs 1:3-5 “Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader van ontferming en de God van alle troost, die ons troost in al onze moeiten, zodat wij hen die in moeilijkheden verkeren, kunnen troosten met de troost die wij zelf van God ontvangen. Want zoals wij rijkelijk delen in het lijden van Christus, zo is ook onze troost rijkelijk door Christus.”

Palm 34:18 “De Heer is dicht bij de gebrokenen van hart en redt hen die verbrijzeld zijn in hun geest.”

Palm 90:1-6, 12 “Heer, u bent onze woonplaats geweest door alle generaties heen. Voordat de bergen geboren waren of u de hele wereld voortbracht, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent u God. U keert de mensen terug tot stof en zegt: “Keert terug tot stof, gij stervelingen.” Duizend jaar zijn in uw ogen als een dag die net voorbij is gegaan, of als een wacht in de nacht. Toch veegt u de mensen weg in de slaap des doods – zij zijn als het nieuwe gras van de morgen: s Morgens ontspringt het, maar tegen de avond is het verdord en verdord. Leer ons onze dagen tellen, opdat wij een wijs hart krijgen.”

Isaja 57:1-2 “De rechtvaardigen vergaan en niemand neemt het ter harte; de vromen worden weggenomen en niemand begrijpt dat de rechtvaardigen worden weggenomen om gespaard te worden voor het kwaad. Zij die rechtschapen wandelen, gaan de vrede binnen; zij vinden rust als zij in de dood liggen.”

Palm 139:7-12, 23-24 “Waar kan ik heen zonder uw Geest? Waarheen kan ik vluchten voor uw aanwezigheid? Als ik opklim naar de hemel, bent u daar; als ik mijn bed maak in de diepte, bent u daar. Als ik opstijg op de vleugels van de dageraad, als ik mij vestig aan de overzijde van de zee, ook daar zal uw hand mij leiden, uw rechterhand zal mij vast houden. Als ik zeg: “De duisternis zal mij verbergen en het licht wordt nacht om mij heen,” dan zal zelfs de duisternis voor U niet donker zijn; de nacht zal schijnen als de dag, want de duisternis is voor U als licht. Doorgrond mij, God, en ken mijn hart; toets mij en ken mijn angstige gedachten. Onderzoek mij en ken mijn onrustige gedachten, zie of er in mij een verkeerde weg is en leid mij op de eeuwige weg.”

1 Thessalonicenzen 4:13-17 “Broeders en zusters, wij willen niet dat u onwetend bent over hen die in de dood slapen, opdat u niet treurt zoals de rest van de mensheid, die geen hoop heeft. Want wij geloven dat Jezus gestorven en weer opgestaan is, en daarom geloven wij dat God hen die in Hem ontslapen zijn, met Jezus zal meebrengen. Naar het woord des Heren zeggen wij u, dat wij, die nog in leven zijn tot de komst des Heren, de ontslapenen zeker niet zullen voorgaan. Want de Heer zelf zal uit de hemel neerdalen met een luid bevel, met de stem van de aartsengel en met de roep van Gods bazuin, en de doden in Christus zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, die nog leven en overgebleven zijn, samen met hen in de wolken worden opgenomen om de Heer in de lucht te ontmoeten. En zo zullen wij voor altijd bij de Heer zijn.”

Job 19:25-27 “Ik weet dat mijn verlosser leeft, en dat hij uiteindelijk op de aarde zal staan. En nadat mijn huid vernietigd is, zal ik toch in mijn vlees God zien; ikzelf zal hem met mijn eigen ogen zien – ik, en niet een ander. Hoe verlangt mijn hart in mij!”

Palm 61:1-2 “Hoor mijn geroep, o God, luister naar mijn gebed. Van de einden der aarde roep ik tot u, ik roep terwijl mijn hart zwak wordt; leid mij naar de rots die hoger is dan ik.”

Isaja 25:6-9 “Op deze berg zal de Almachtige Heer een feestmaal bereiden met rijke spijzen voor alle volken, een banket van oude wijn – het beste vlees en de fijnste wijn. Op deze berg zal hij de lijkwade vernietigen die alle volken omhult, het laken dat alle naties bedekt; de dood zal hij voorgoed verzwelgen. De soevereine Heer zal de tranen van alle gezichten afwissen; hij zal de schande van zijn volk over de hele aarde wegnemen. De Heer heeft gesproken. Op die dag zullen zij zeggen: “Dit is onze God, wij hebben op Hem vertrouwd en Hij heeft ons gered. Dit is de Heer, op Hem hebben wij vertrouwd; laten wij ons verheugen en blij zijn over zijn heil.”

Isaja 61:1-3 “De Geest van de Soevereine Heer is op mij, omdat de Heer mij gezalfd heeft om aan de armen goed nieuws te verkondigen. Hij heeft mij gezonden om de gebrokenen van hart te verbinden, om de gevangenen vrijheid en de gevangenen bevrijding uit de duisternis te verkondigen, om het jaar van de gunst van de Heer en de dag van de wraak van onze God te verkondigen, om allen die treuren te troosten en te zorgen voor hen die treuren in Sion – om hun een kroon van schoonheid te schenken in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, en een gewaad van lof in plaats van een geest van wanhoop. Zij zullen eiken der gerechtigheid genoemd worden, een planting des Heren tot vertoning van zijn luister.”

Klaagliederen 3:22-26, 31-33 “Door de grote liefde van de Heer worden wij niet verteerd, want zijn barmhartigheid faalt nooit. Zij zijn iedere morgen nieuw; groot is uw trouw. Ik zeg tegen mezelf: “De Heer is mijn deel, daarom zal ik op hem wachten.” De Heer is goed voor wie op hem hopen, voor wie hem zoeken; het is goed rustig te wachten op het heil van de Heer. Want niemand wordt door de Heer voor eeuwig verstoten. Al brengt hij verdriet, hij zal medelijden tonen, zo groot is zijn onfeilbare liefde. Want Hij brengt niemand vrijwillig leed of verdriet toe.”

Palm 27:4-5 “Eén ding vraag ik van de Here, dit alleen zoek ik: dat ik al de dagen van mijn leven mag wonen in het huis van de Here, om de schoonheid van de Here te aanschouwen en Hem te zoeken in zijn tempel. Want ten dage der benauwdheid zal Hij mij veilig bewaren in zijn woning; Hij zal mij verbergen in de beschutting van zijn heilige tent en mij hoog op een rots zetten.”

Palm 4:8 “In vrede zal ik nederliggen en slapen, want U alleen, Here, doet mij in veiligheid wonen.”

Palm 42:1-5 “Zoals het hert hongert naar waterstromen, zo hongert mijn ziel naar U, mijn God. Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God. Wanneer kan ik gaan om God te ontmoeten? Mijn tranen zijn dag en nacht mijn voedsel geweest, terwijl de mensen de hele dag tegen mij zeggen: “Waar is uw God?” Dit herinner ik mij, terwijl ik mijn ziel uitstortte: hoe ik vroeger naar het huis van God ging onder de bescherming van de Machtige, met kreten van vreugde en lof onder de feestende menigte. Waarom, mijn ziel, ben je teneergeslagen? Waarom ben je zo van streek in mij? Stel uw hoop op God, want ik zal Hem loven, mijn Heiland en mijn God.”

Palm 56: 10-13 “Op God, wiens woord ik prijs, op de Heer, wiens woord ik prijs – op God vertrouw ik en ben ik niet bevreesd. Wat kan de mens mij doen? Aan u, mijn God, sta ik onder geloften; aan u zal ik mijn dankoffers brengen. Want U hebt mij verlost van de dood en mijn voeten van struikelen, zodat ik voor Gods aangezicht kan wandelen in het licht van het leven.”

Palm 121 “Ik hef mijn ogen op naar de bergen – waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp komt van de Heer, de maker van hemel en aarde. Hij zal uw voet niet laten uitglijden – hij die over u waakt, zal niet sluimeren, ja, hij die over Israël waakt, zal niet sluimeren, noch slapen. De Heer waakt over u – de Heer is uw schaduw aan uw rechterhand; de zon zal u bij dag niet schaden, noch de maan bij nacht. De Heer zal u bewaren voor alle kwaad – hij zal waken over uw leven; de Heer zal waken over uw komen en gaan, nu en in eeuwigheid.”

Alle citaten uit de Schrift, tenzij anders aangegeven, zijn afkomstig uit de Heilige Bijbel, New International Version®, NIV®. Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.™ Gebruikt met toestemming van Zondervan. Alle rechten wereldwijd voorbehouden. www.zondervan.com De “NIV” en “New International Version” zijn handelsmerken geregistreerd in het United States Patent and Trademark Office door Biblica, Inc.™

Advertenties

Plaats een reactie