Alluviale diamant mijnbouw is een bovengrondse vorm van mijnbouw die zich concentreert op het verzamelen van diamanten aan de oppervlakte. Dit is de meest traditionele en oudste mijnbouwmethode in de diamantindustrie, die honderden jaren geleden in India is ontstaan. Deze methode is zelfs vandaag nog wijdverbreid, vooral in Brazilië en Afrika.
Alluviale mijnbouw wordt op twee manieren uitgevoerd – manueel en in een ongeorganiseerd kader; en in het georganiseerde kader van grote bedrijven die zware apparatuur gebruiken. Ongeorganiseerde handmatige mijnbouw wordt verricht door gravers die eenvoudige uitrusting (hoofdzakelijk spades en zeven) en voedsel krijgen van de mijnfinancier aan wie zij de diamanten die zij vinden overhandigen. De delvers werken vooral in slibrijke gebieden, zoals rivierbeddingen en langs de kust. Soms graven ze met hun handen, waarbij ze het zand of de aarde met de hand zeven.
Georganiseerde alluviale mijnbouw daarentegen wordt uitgevoerd door grote bedrijven met zwaar materieel. Bij dit soort mijnbouw worden miljoenen tonnen zand verwijderd uit rivierbeddingen en de kustlijn. Het slib, inclusief puin, wordt verwijderd om te worden gezeefd en gescheiden. Deze methode is vrij elementair, maar vereist veel geduld en bestrijkt uitgestrekte gebieden, waardoor het gebruik van zwaar materieel en geavanceerde middelen noodzakelijk is.