Ambroise Paré

Ambroise Paré (ca. 1510 – 20 december 1590) was een Franse chirurg, en een pionier in de militaire geneeskunde van de Renaissance. Hij was de grote officiële koninklijke chirurg van de koningen Hendrik II, Frans II, Karel IX en Hendrik III, en wordt beschouwd als een van de vaders van de chirurgie. Hij was een leider in chirurgische technieken en slagveldgeneeskunde, vooral de behandeling van wonden. Hoewel hij de aard van microben niet begreep, experimenteerde hij met verschillende veldverbanden om infecties te bestrijden, en probeerde hij van de behandeling van soldaten een menselijker proces te maken.
Hij was ook anatoom en de uitvinder van verschillende chirurgische instrumenten.
Battlefield medicine
Ambroise Paré gebruikte eigeel, olie van rozen en terpentijn voor oorlogswonden in plaats van kokende olie en cauterisatie omdat hij zonder kokende olie kwam te zitten tijdens de behandeling van sommige patiënten, en gebruikte een oude methode die hij eerder had gehoord: de rest van de patiënten behandelen met de zalf van eigeel, olie van rozen en terpentijn en ze ’s nachts laten liggen. Toen Paré de volgende ochtend terugkwam, ontdekte hij dat de soldaten die met de kokende olie waren behandeld, doodsangsten uitstonden, terwijl degenen die met de zalf waren behandeld, waren hersteld door de antiseptische werking van de terpentijn. Dit bewees dat zijn methoden effectief waren. Zij werden echter pas vele jaren later op grote schaal toegepast. Paré introduceerde ook het afbinden van slagaders in plaats van cauterisatie bij amputatie. Daartoe ontwierp hij de “Bec de Corbin” (“kraaienbek”), een voorloper van de moderne hemostaten. Hoewel ligaturen vaak infecties verspreidden, was het toch een belangrijke doorbraak in de chirurgische praktijk. Tijdens zijn werk met gewonde soldaten documenteerde Paré de pijn die geamputeerden ervaren en die zij waarnemen als gevoel in het geamputeerde ledemaat. Hij geloofde dat fantoompijnen zich in de hersenen voordoen en niet de overblijfselen van het ledemaat zijn, hetgeen nog steeds de consensus van de medische gemeenschap is. Paré was ook een belangrijke figuur in de vooruitgang van de verloskunde in het midden van de 16e eeuw. Hij blies de praktijk van de podalische versie nieuw leven in en toonde aan hoe zelfs in gevallen van hoofdligging chirurgen met deze operatie het kind vaak veilig ter wereld konden brengen, in plaats van het in stukken te moeten snijden en het kind er stukje bij beetje uit te halen.Paré werd bekwaam bijgestaan door zijn leerling Jacques Guillemeau, die zijn werk in het Latijn vertaalde, en in een latere periode zelf een verhandeling over vroedvrouwerij schreef. Een Engelse vertaling ervan werd in 1612 gepubliceerd onder de titel Child Birth; or, The Happy Deliverie of Women.
In 1552 werd Paré aangenomen in koninklijke dienst van de Valois-dynastie onder Hendrik II; hij was echter niet in staat om de fatale slag op het hoofd van de koning, die hij tijdens een toernooi in 1559 opliep, te genezen. Paré bleef in dienst van de koningen van Frankrijk tot het einde van zijn leven in 1590, in dienst van Hendrik II, Frans II, Karel IX en Hendrik III.
Volgens Henri IV’s eerste minister, Sully, was Paré een hugenoot en op 24 augustus 1572, de dag van het bloedbad van St. Bartholomeüs, werd Paré’s leven gered toen koning Karel IX hem opsloot in een klerenkast. Hij stierf in Parijs in 1590. Hoewel er aanwijzingen zijn dat Paré sympathiseerde met de zaak van de Hugenoten, was hij tweemaal gehuwd, werd hij begraven en liet hij zijn kinderen dopen tot het katholieke geloof.
Een verzameling van Paré’s werken werd gepubliceerd in Parijs in 1575. Ze werden vaak herdrukt, er verschenen verschillende edities in het Duits en het Nederlands, en onder de Engelse vertalingen was die van Thomas Johnson (1665).
Bezoarsteen-experiment
In 1565 beschreef Ambroise Paré een experiment om de eigenschappen van de Bezoarsteen te testen. In die tijd werd algemeen aangenomen dat de bezoersteen in staat was de gevolgen van elk vergif te genezen, maar Paré achtte dit onmogelijk. Het gebeurde dat een kok aan Paré’s hof werd betrapt op het stelen van zilveren bestek, en veroordeeld werd tot de strop. De kok stemde ermee in zich te laten vergiftigen, op voorwaarde dat hij direct na het vergif een bezoar zou krijgen en vrijuit zou gaan als hij het zou overleven. De steen genas hem niet en hij stierf zeven uur na het vergif in doodsangst. Aldus had Paré bewezen dat de bezoarsteen niet alle vergiften kon genezen.
Vertellingen:

  • “Je le pansai, Dieu le guérit”, Engels: “Ik kleedde hem, en God genas hem.”
  • “Guérir quelquefois, soulager souvent, consoler toujours”, Engels: “Af en toe genezen, vaak verlichten, altijd troosten”.

Plaats een reactie