Anatomische en functionele hersenafwijkingen bij niet-gemedicineerde depressieve stoornis

Xiao Yang,1,2,* Xiaojuan Ma,3,* Mingli Li,1,2 Ye Liu,1 Jian Zhang,1 Bin Huang,4 Liansheng Zhao,1,2 Wei Deng,1,2 Tao Li,1,2 Xiaohong Ma1,2
1Psychiatrisch Laboratorium en Departement Psychiatrie, 2National Key Laboratory of Biotherapy, West China Hospital, Sichuan University, 3Chengdu First People’s Hospital, Chengdu, 4Dong Feng Mao Jian Hospital, Shiyan, People’s Republic of China
*Deze auteurs hebben gelijkelijk bijgedragen aan dit werk
Achtergronden: Met behulp van magnetische resonantie beeldvorming (MRI) en resting-state functionele magnetische resonantie beeldvorming (rsfMRI) om het mechanisme van de hersenstructuur en -functie te onderzoeken bij niet-medicamenteuze patiënten met een depressieve stoornis (MDD).
Patiënten en methoden: Vijftig patiënten met MDD en 50 gematchte gezonde controle deelnemers zonder psychotrope medicatie ondergingen hoge-resolutie structurele en rsfMRI scanning. Geoptimaliseerde diffeomorfe anatomische registratie door middel van exponentiated lie algebra en de Data Processing Assistant voor rsfMRI werden gebruikt om potentiële verschillen in grijs-stof volume (GMV) en regionale homogeniteit (ReHo) tussen de twee groepen te vinden. Een Pearson correlatie model werd gebruikt om associaties van morfometrische en functionele veranderingen met klinische symptomen te analyseren.
Resultaten: Vergeleken met gezonde controles vertoonden patiënten met MDD een significante GMV-toename in de linker posterieure cingulate gyrus en GMV-daling in de linker linguale gyrus (P<0,001, ongecorrigeerd). In ReHo analyse waren de waarden significant verhoogd in de linker precuneus en verlaagd in het linker putamen (P<0.001, ongecorrigeerd) bij patiënten met MDD vergeleken met gezonde controles. Er was geen overlap tussen anatomische en functionele veranderingen. Lineaire correlatie suggereerde geen significante correlatie tussen gemiddelde GMV waarden binnen regio’s met anatomische afwijkingen en ReHo waarden in regio’s met functionele afwijkingen in de patiëntengroep. Deze veranderingen waren niet significant gecorreleerd met de ernst van de symptomen.
Conclusie: Onze studie suggereert een dissociatiepatroon van hersenregio’s met anatomische en functionele veranderingen bij niet-medicamenteuze patiënten met MDD, vooral met betrekking tot GMV en ReHo.
Keywords: major depressive disorder, functional magnetic resonance imaging, gray-matter volume, regional homogeneity

Plaats een reactie