Andrés Bello werd op 29 november 1781 in Caracas geboren in een middenklasse Creoolse familie. Zijn vroege opvoeding werd toevertrouwd aan Cristobal de Quesada, een broeder Mercedaria, destijds de grootste latinist van Venezuela, die hem een grote liefde bijbracht voor de Latijnse en Spaanse klassieken en de Spaans-Italiaanse school van de 19e eeuw. Zij zouden een levenslange literaire invloed op hem uitoefenen.
In 1797 ging hij naar de Universiteit van Caracas, waar hij in 1800 een bachelorgraad in de letteren behaalde. Daarna studeerde hij er rechten en medicijnen. Om zijn inkomen te vergroten, gaf hij les aan zijn vrienden, waarvan Simón Bolivar, de toekomstige bevrijder van Zuid-Amerika, de belangrijkste was. Bello’s financiële situatie, die altijd al precair was, verslechterde blijkbaar en in 1802 gaf hij zijn studie op om in overheidsdienst te treden.
Naast zijn bestuurlijke verantwoordelijkheden schreef Bello talrijke gedichten, verschillende in navolging van Vergilius en Horatius, allemaal middelmatig. Hij was ook redacteur van de eerste krant die in Venezuela werd uitgegeven, de Gazeta de Caracas (1808), en schreef het eerste boek dat in het kapiteinsschap werd uitgegeven, Calendario manual y guía universal (1810). Tegelijkertijd was hij betrokken bij de revolutionaire beweging die het land in zijn greep hield. Toen in 1810 een voorlopige regering werd gevormd, werd hij naar Londen gezonden als lid van een diplomatieke missie onder leiding van Bolívar. Bello bleef tot 1829 in de Britse hoofdstad en was achtereenvolgens secretaris van de Venezolaanse, Chileense en Colombiaanse gezantschappen.
Het leven in Londen was niet aangenaam en Bello was vaak werkloos. Niettemin werkte hij samen met José María Blanco White aan de uitgave van een tijdschrift (El Español, 1810-1814) en met Antonio José de Irisarri aan een vergelijkbare onderneming (EI Censor americano). Tenslotte was hij redacteur van de Biblioteca americana (1823) en Repertorio americano (1826-1827). Toen hem een positie in de Chileense regering werd aangeboden, accepteerde hij die, en met zijn tweede Engelse vrouw en vijf kinderen vertrok hij in 1829 uit Engeland, om de rest van zijn leven in zijn geadopteerde land door te brengen.
In Chili was Bello betrokken bij bijna alle aspecten van het leven. Hij was redacteur van de officiële regeringskrant (EI Araucano, 1830-1853); senator (1837-1864); hoofd administratie van het Ministerie van Buitenlandse Betrekkingen (1829-1852); en de oprichter en rector van de Universiteit van Chili (1842-1865). Hij hielp ook bij het opstellen van de grondwet van 1833 en schreef alle belangrijke presidentiële toespraken van 1831 tot 1833. Zijn positie als vertrouwenspersoon van presidenten en regeringsministers gaf hem een enorme invloed in de Chileense politiek.
Bello’s invloed was ook groot in het Chileense culturele en sociale leven. Zijn Spaanse grammatica is misschien wel de grootste die ooit is geproduceerd. Zijn wetboek van burgerlijk recht is nog steeds van kracht in Chili, met wijzigingen, en het werd overgenomen door vele andere Latijns-Amerikaanse landen. Zijn werken over filosofie worden zeer gewaardeerd en zijn boek over internationaal recht werd als een klassieker beschouwd. Hij overleed in Santiago, Chili op 15 oktober 1865.