Curcuma longa (kurkuma) wordt in de Ayurvedische geneeskunde al heel lang gebruikt voor de behandeling van ontstekingsziekten. De bestanddelen van kurkuma omvatten de drie curcuminoïden: curcumine (diferuloylmethaan; het hoofdbestanddeel en degene die verantwoordelijk is voor de levendige gele kleur), demethoxycurcumine, en bisdemethoxycurcumine, alsmede vluchtige oliën (tumeron, atlanton en zingiberon), suikers, eiwitten en harsen. Hoewel talrijke farmacologische activiteiten, waaronder antioxiderende en antimicrobiële eigenschappen, aan curcumine zijn toegeschreven, richt dit artikel zich op de ontstekingsremmende eigenschappen van curcumine en het gebruik ervan bij ontstekingsaandoeningen. Het effect van curcumine op kanker (vanuit een ontstekingsremmend perspectief) zal ook worden besproken; een uitputtende bespreking van de vele ontstekingsremmende mechanismen valt echter buiten het bestek van dit artikel. Onderzoek heeft aangetoond dat curcumine een zeer pleiotrope molecule is die in staat is tot interactie met talrijke moleculaire doelwitten die betrokken zijn bij ontsteking. Gebaseerd op vroeg celcultuur- en dieronderzoek, wijzen klinische proeven erop dat curcumine potentieel heeft als therapeutisch middel bij ziekten zoals inflammatoire darmziekten, pancreatitis, artritis en chronische uveïtis anterior, alsook bij bepaalde soorten kanker. Vanwege de snelle plasmaklaring en conjugatie van curcumine is het therapeutische nut ervan enigszins beperkt gebleven, waardoor onderzoekers de voordelen zijn gaan onderzoeken van het complexeren van curcumine met andere stoffen om de systemische biologische beschikbaarheid te verhogen. Talrijke lopende klinische proeven zouden een nog dieper inzicht in de mechanismen en het therapeutische potentieel van curcumine moeten verschaffen.