Dieren met een bacteriële infectie kunnen worden behandeld met antibiotica. Maar hoe vaker antibiotica worden gebruikt, hoe groter de kans dat bacteriën resistentie tegen antibiotica ontwikkelen. Deze superbacteriën kunnen op mensen worden overgedragen. En het kan moeilijk zijn om mensen met een superbacterie-infectie te behandelen. Daarom gelden er strenge regels voor het gebruik van antibiotica in de veehouderij.
Minder antibioticagebruik in de veehouderij
In het verleden was het antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij vrij hoog in vergelijking met andere landen. Tussen 2009 en 2014 is het antibioticagebruik in de veehouderij met 59% gedaald. Het streven is dat in 2015 het antibioticagebruik met nog eens 11% is gedaald.
Regels voor antibiotica in de veehouderij
De veehouderij moet zich houden aan strenge regels voor antibioticagebruik:
- Antibiotica mogen alleen door een dierenarts worden voorgeschreven.
- Dierenartsen moeten een bedrijf inspecteren en beoordelen voordat ze antibiotica voorschrijven aan zieke dieren. Veehouders mogen alleen onder strikte voorwaarden zelf antibiotica toedienen.
- Veehouders moeten alle antibiotica die zij gebruiken, registreren, zodat duidelijk is hoeveel elk dier krijgt toegediend. De Nederlandse Veterinaire Geneesmiddelen Autoriteit (SDA), die regels voor verantwoord antibioticagebruik opstelt, verzamelt deze informatie.
- ‘Laatste redmiddel’-antibiotica voor mensen mogen alleen onder strikte voorwaarden aan ziek vee worden toegediend.
- Boeren mogen geen slachtdieren afleveren die antibioticaresiduen bevatten.
De Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) houdt toezicht op de registratie en het gebruik van antibiotica door boeren.