Bella Abzug, die op 31 maart 1998 op 77-jarige leeftijd overleed, was een levenslange activiste voor de rechten van de mens, de rechten van de vrouw en het milieu. Een originele denker en pionier gedurende haar hele leven, Bella was vaak haar tijd vooruit. Soms verloor ze, maar onversaagd bleef ze doorvechten.
Bella stond aan de wieg van een reeks politieke en sociale bewegingen, eerst in de V.S. later in de internationale sfeer. Een lijst van kwesties en doelen waarbij Bella betrokken was leest als een geschiedenis van sociaal activisme in de tweede helft van de 20e eeuw: anti-McCarthyisme, burgerrechten, de beweging tegen kernwapens en de oorlog in Vietnam, de strijd voor vrouwenrechten, en de wereldwijde strijd om het milieu te beschermen.
Bella combineerde een brede visie met een begrip van de praktische realiteiten die onder ogen moeten worden gezien om die visie te verwezenlijken. Een constante onderstroom was Bella’s feminisme. Haar overtuiging was dat om de wereldproblemen op te lossen, vrouwen sociaal en economisch mondiger moeten worden. Om dat te bereiken, moeten vrouwen net zo politiek actief worden als mannen. Tegen het einde van haar leven zei ze: “Je kunt niet doorgaan met een wereld zonder gelijke participatie van mannen en vrouwen. Dat is mijn centrale stelling.” Ze voegde eraan toe: “Het is niet dat ik denk dat vrouwen superieur zijn aan mannen, het is gewoon dat we zo weinig kans hebben gehad om door macht te worden gecorrumpeerd. En ik zeg er gekscherend bij dat we die kans willen. Maar serieus, ik geloof dat vrouwen de aard van de macht kunnen veranderen.”
In 1920, hetzelfde jaar dat vrouwen in de Verenigde Staten stemrecht kregen, werd Bella geboren in New York City als dochter van Russisch-joodse immigrantenouders. Ze rebelleerde vanaf het begin tegen sociale regels, vooral die regels die haar buitensloten omdat ze een meisje was. Toen ze 13 was overleed haar vader; Bella stond erop om een jaar lang elke dag in de synagoge het kaddisj-gebed voor hem te zeggen. Dit gebed voor de doden is traditioneel verboden voor vrouwen, onder Orthodoxe Joden.
Voorzitster van haar middelbare school klas en van de studentenraad op Hunter College, Bella koos ervoor om advocaat te worden, gedurfd voor een vrouw in die dagen. Ze ging naar de Columbia University Law School, waar ze een beurs kreeg.
Als advocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht en burgerrechten, werkte Bella gedurende haar jaren in de advocatuur aan sociale kwesties. Haar meest controversiële zaak was die van Willie McGee, een zwarte man uit Mississippi die werd beschuldigd van verkrachting van een blanke vrouw. In feite hadden de vrouw en McGee een lange relatie gehad, maar vanwege het racistische en separatistische beleid van het zuiden in de jaren 1950, werd McGee beschuldigd van verkrachting. Vanwege haar positie als verdedigster van McGee, werd Bella een hotelkamer in Mississippi geweigerd. Zwanger, bracht ze de nachten door slapend op een bank in een busstation. De zaak werd verloren, en hoewel Bella en anderen in hoger beroep bleven gaan voor McGee, werd hij uiteindelijk geëxecuteerd.
In 1961 was Bella mede-oprichtster van Women Strike for Peace. De groep lobbyde voor een verbod op kernproeven en beïnvloedde president Kennedy om een beperkt testverbodsverdrag te ondertekenen.
Op 50-jarige leeftijd besloot Bella zich kandidaat te stellen voor een politieke functie en in 1970 won ze een zetel in het Huis van Afgevaardigden. Ze kreeg aandacht met haar slogan, “De plaats van deze vrouw is in het Huis – het Huis van Afgevaardigden.” Ondanks enorme demonstraties tegen de oorlog in Vietnam, was de strijd op zijn hoogtepunt. Bella’s eerste resolutie na haar ambtsaanvaarding was een oproep tot onmiddellijke terugtrekking van alle Amerikaanse troepen.
Bella bracht op het politieke toneel de kwaliteiten moed, eerlijkheid, vrijmoedigheid en brede visie die vaak ontbreken bij de politici van vandaag. Als een van de slechts negen vrouwen in het 435 leden tellende Huis, vocht Bella voor het recht om haar breedgerande hoed te dragen in het Huis. Op een serieuzer vlak zette zij zich in voor de goedkeuring van het Equal Rights Amendment, schreef zij de eerste wet die discriminatie van vrouwen op zoek naar krediet verbood, en introduceerde zij wetgeving voor uitgebreide kinderopvang, sociale zekerheid voor huisvrouwen en abortusrechten. Bella richtte zich ook op veteranenzaken, lesbische en homorechten en hulp aan steden.
Bella was ook mede-auteur en kreeg de Freedom of Information Act en de Right to Privacy Act aangenomen, en onderzocht illegale en verborgen activiteiten van de CIA, FBI en IRS. Tijdens de Watergate-oproer was Bella het eerste lid van het Congres dat opriep tot het in staat van beschuldiging stellen van president Nixon.
Bella streed voortdurend voor een grotere deelname van vrouwen aan de politiek. Als medeoprichtster en eerste medevoorzitter van de National Women’s Political Caucus riep zij op tot gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in verkiesbare en benoembare functies. Als lid van het Democratic National Committee leidde Bella ook de succesvolle strijd voor gelijke vertegenwoordiging van vrouwen op congressen van de Democratische Partij.
Volgens een Gallup Poll zou Bella een van de 20 invloedrijkste vrouwen ter wereld zijn. Mensen drongen er bij haar op aan om zich kandidaat te stellen voor de Senaat, wat ze deed in 1976. Helaas verloor ze de Senaatsrace; dit was het einde van Bella’s carrière als gekozen ambtenaar.
Hoewel Bella even politiek actief bleef als altijd. In deze tweede fase van haar carrière als activiste ging zij zich bezighouden met wereldwijde vrouwenkwesties en het milieu. In 1985 organiseerde zij een panel voor de Vrouwenconferentie van de V.N. in Nairobi, Kenia. Het panel, getiteld “What If Women Ruled the World?” werd bijgewoond door duizenden vrouwen. Het resultaat was dat Bella, samen met Mim Kelber en andere vrouwelijke activisten, in 1990 de Women’s Environment and Development Organization (WEDO) oprichtte.
Bella gebruikte haar uitgebreide ervaring in arbeidsrecht en bij de overheid om via de WEDO de belangen van vrouwen internationaal te helpen bevorderen. Een van de eerste successen was het Wereldvrouwencongres voor een Gezonde Planeet, dat in 1991 in Miami werd gehouden en waar 1500 vrouwen uit 83 landen de Women’s Action Agenda 21 opstelden. Dit is een blauwdruk voor de integratie van de belangen van vrouwen in de besluitvorming over ontwikkeling en milieu op alle niveaus. In het verlengde van haar overtuiging dat directe participatie van vrouwen absoluut noodzakelijk is voor sociale verandering, ontwikkelde Bella de Women’s Caucus, die nieuwe methoden gebruikte om vrouwen te betrekken bij elke fase van de planning en ontwikkeling van V.N.-conferenties. De Women’s Caucus analyseerde documenten, stelde genderbewust beleid en taalgebruik voor en lobbyde om de Women’s Agenda for the 21st Century te bevorderen op de VN-conferentie over milieu en ontwikkeling, die in 1992 in Rio de Janeiro werd gehouden.
Bella en WEDO gingen een leidende rol spelen bij de V.N. Via de Women’s Caucus werkten ze aan het benadrukken van kwesties die voor vrouwen het belangrijkst waren, zowel in de lopende beleidsvorming als op belangrijke VN-conferenties, waaronder de Vierde Wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995. De Women’s Caucus is uitgegroeid tot een instituut in de V.N., dat nieuwe manieren van werken uitwerkt en anderen mondiger maakt.
Tijdens V.N.-conferenties doen regeringen toezeggingen, waarbij ze beloven een aantal van de doelstellingen te verwezenlijken die door de conferentie worden bevorderd. Maar hoe zou men weten of deze doelen ook werkelijk werden bereikt? De WEDO ontwikkelde strategieën om regeringen te controleren en de resultaten openbaar te maken. Zo presenteerde Bella zes maanden en een jaar na de vrouwenconferentie van Beijing rapporten waarin regeringen werden geïnformeerd over hun vooruitgang bij het bereiken van de doelen.
Bella vond ook dat het milieu een belangrijke kwestie was: “Wij geloven dat het voortbestaan van de aarde en het behoud van haar gezondheid fundamenteel is voor het leven zelf.” WEDO raakte betrokken bij gezondheidskwesties en was mede-indiener van een baanbrekende hoorzitting in 1993 over het verband tussen borstkanker en milieuvervuiling. De hoorzitting, die internationale aandacht trok, gaf aanleiding tot een lopende WEDO-campagne, “Vrouwen, gezondheid en milieu: Action for Cancer Prevention”, die mede de eerste wereldconferentie over borstkanker in Ontario, Canada in 1997 organiseerde.
Tijdens haar laatste jaren hield Bella haar drukke schema van reizen en werk vol, ook al reisde ze in een rolstoel. Bella was activiste tot het einde en hield haar laatste toespraak in de Verenigde Naties, slechts een dag voordat ze het ziekenhuis inging voor een hartoperatie. Ze stierf een maand later.
In het jaar voor haar dood, toen haar werd gevraagd naar de rol van vrouwen in de toekomst, zei Bella: “Vrouwen zullen de 21e eeuw leiden. Het nieuwe millennium moet belangrijke veranderingen hebben. We kunnen niet doorgaan met de fouten uit het verleden, die grotendeels door één deel van de bevolking zijn gemaakt. Dit wordt de eeuw van de vrouwen, en jonge mensen zullen de leiders zijn.” Bella laat een krachtige erfenis na voor de toekomst in de vele activisten die ze heeft opgeleid en organisaties die ze heeft opgericht.