In 1873 had het Congres het zilvermonetisme afgeschaft, waarmee het monetaire systeem van de natie stevig aan de goudstandaard werd gebonden. De Bland-Allison Act werd bestempeld als de “Misdaad van ’73” door westerse mijnbouwbelangen en schuldenaren die zilver in omloop wilden hebben. Een verdere conservatieve overwinning werd behaald in 1875 met de aanname van de Specie Resumption Act, die bedoeld was om al het geld in omloop, inclusief de greenbacks, door goud te laten ondersteunen. Het land leed onder een depressie die volgde op de Paniek van 1873. De debiteuren bestookten het Congres met verzoeken om hulp. Men vroeg met name om de herinvoering van zilver als wettig betaalmiddel, een maatregel die naar verwachting een inflatoir effect zou hebben. William Allison (1972976) Richards P. Bland, een Congreslid uit Missouri, kreeg het voor elkaar dat een wetsvoorstel werd aangenomen dat voorzag in het liberaal munten van zilver. De conservatieve Senaat zwakte het voorstel van het Huis af en met de steun van Senator William B. Allison van Iowa stemde hij in met de voorwaarden van wat de Bland-Allison Act werd:
- De U.S. Schatkist werd opgedragen elke maand tussen de 2 en 4 miljoen dollar aan zilver te kopen van de westerse mijnen. Het zilver moest worden gekocht tegen de marktprijs, niet tegen een vooraf bepaalde verhouding gekoppeld aan de waarde van goud. Het metaal moest worden geslagen in zilveren dollars als wettig betaalmiddel. De mijnwerkers en schuldenaars vonden dat de Bland-Allison niet ver genoeg ging en drongen aan op het “vrij en ongelimiteerd munten van zilver.” De conservatieve krachten namen het tegenovergestelde standpunt in, drongen aan op intrekking van Bland-Allison en stelden dat economische gezondheid alleen kon worden hersteld door vast te houden aan de goudstandaard. President Rutherford B. Hayes, beïnvloed door industriële en bankbelangen, sprak zijn veto uit over de maatregel. Het Congres herriep het veto en de regering Hayes verzachtte de gevolgen van de wet door elke maand de minimumhoeveelheid zilver in te kopen. Het resultaat was een verwaarloosbaar effect op de economie. Toen de welvaart in het begin van de jaren 1880 terugkeerde, nam de hartstocht af. De Bland-Allison Act betekende een voorlopige terugkeer naar het bimetallisme (goud en zilver als valuta). Goud bleef een veel grotere rol spelen in het monetaire beeld dan zilver, zodat de term “hinkend bimetallisme” vaak is gebruikt om dit programma te beschrijven.