Abstract
PIP: De bevolking van Buenos Aires, Argentinië, zal naar verwachting van het huidige niveau van 11 miljoen toenemen tot 13,2 miljoen tegen het jaar 2000. De stad Buenos Aires zelf vertegenwoordigt minder dan 30% van de metropolitane bevolking. In de jaren zeventig is Groot-Buenos Aires voor de eerste maal in zijn geschiedenis trager gegroeid (1,6%/jaar) dan Argentinië als geheel (1,8%/jaar). Het relatieve gewicht van de perifere gemeenten daarentegen is gestegen van 37% van de bevolking van de agglomeratie tot 70% in 1980. 55% van de metropolitane bevolking leeft in kerngezinnen, waarbij beide ouders aanwezig zijn; 36% van deze gezinnen heeft geen kinderen, 27% heeft 1 kind, en 25% heeft 2 kinderen. 1-persoonshuishoudens maken 17% van het totale aantal huishoudens uit. Een laag geboortecijfer (18,1/1000 in 1979), een levensverwachting van iets meer dan 70 jaar en een zekere mate van netto-emigratie zorgen er samen voor dat de bevolking van de Federale Hoofdstad de oudste van alle grote Latijnsamerikaanse steden is. In 1980 was de mediane leeftijd 36,7 jaar. Het sterftecijfer bedroeg 12,7/1000 in 1979. Het aandeel van de buitenlanders in de bevolking is in de loop der jaren gedaald en bedroeg in 1980 13,2% in de stad Buenos Aires en 11,5% in de gehele agglomeratie. Italianen en Spanjaarden blijven de voornaamste groepen van in het buitenland geborenen. De interne migratie naar de agglomeratie blijft sterk; 49% van de 1,5 miljoen mensen die in de periode 1975-1980 van provincie veranderden, vestigden zich in Groot-Buenos Aires. De alfabetiseringsgraad in de Federale Hoofdstad bedraagt 99% en 97% in het gehele grootstedelijk gebied. Uit de volkstelling van 1980 bleek dat 51,5% van de bevolking ouder dan 14 jaar economisch actief was. Vrouwen maken 31% van de beroepsbevolking uit. Het mediane inkomen van de werknemers in het grootstedelijk gebied werd in 1982 geraamd op 235 US-dollar per maand. Het percentage gezinnen waarvan het inkomen ontoereikend wordt geacht om in hun basisbehoeften te voorzien, varieert van 2,1% in de Federale Hoofdstad tot meer dan 5% in armere districten.