Bush Dog

Uiterlijk:
Bush dogs zijn kleine, stevige hondachtigen met een middellange, roodbruine vacht en een beerachtig gezicht. Met hun zwemvliezen kunnen ze zwemmen en waden in natte weiden. Ze zitten laag bij de grond (7-12 inches hoog), met korte poten en een korte borstelige staart. De roodbruine vacht van de Bush Dog strekt zich uit van hun kop en wordt donkerbruin tot zwart naar hun rug en staart toe. Ze hebben een lichte vlek vacht onder de keel. Bushonden hebben voeten met zwemvliezen en kunnen onder water duiken.

Grootte:

Volwassen honden zijn 57-75 cm lang en wegen 5-8 kg. (5-8 kg.). Ze zitten laag bij de grond (20-30 cm).

Dieet:

In het wild zijn boshonden vleesetende roedeljagers die jagen op grote knaagdieren zoals agoutis, pacas, en af en toe een capibara. Wanneer ze individueel jagen, eten boshonden kleine knaagdieren, slangen en vogels die op de grond leven.

Gedrag:

Bush dogs zijn dagactief (overdag actief) en leven in sociale groepen van maximaal 12 dieren, met een dominant broedpaar in elke roedel. Hoewel alleen het alfavrouwtje het nageslacht produceert, waken de niet-broedende leden van de groep over de jongen en zorgen zij ervoor. De mannetjes brengen voedsel naar het vrouwtje in het hol.

Bushonden gebruiken geur en urine om hun territorium af te bakenen. De mannetjes heffen een achterpoot op (zoals bij een huishond), terwijl de vrouwtjes achteruit naar een boom lopen en vanuit een handstand op de stam urineren. Deze geur is vergeleken met die van azijn, waardoor deze soort de bijnaam “azijnhond” heeft gekregen.”

Deze honden zijn zeer vocale communicatoren, een aanpassing voor het leven in een habitat met weinig zichtbaarheid. Bush dogs zijn apex predators zonder natuurlijke vijanden.

Reproduction:

Females reach sexual maturity at 304 days (approximately 10 months), and males at 365 days (one year). Alleen het alfavrouwtje in een roedel boshonden zal paren. Na een draagtijd van ongeveer 65-70 dagen krijgt een wijfje een nest van één tot zes pups (gemiddeld vier). Vrouwtjes krijgen één nest per jaar. Pups wegen meestal 130-190 gram en worden acht tot 20 weken gevoed.

Habitat/ verspreidingsgebied:

Neotropisch; noordelijk en centraal Zuid-Amerika tot Panama, zuidelijk tot zuidelijk Brazilië, Paraguay en noordoostelijk Argentinië, en westelijk tot Bolivia, Peru en Ecuador. Komt voor in bossen en vochtige savannen, altijd in de buurt van water. Boshonden leven in ondergrondse holen of holle boomstammen.

Mediane levensverwachting:

Onbekend in het wild

Bedreigingen:

Boshonden staan op de lijst van bijna bedreigde diersoorten, voornamelijk als gevolg van habitatverlies door de landbouw. Ziekten, aanvallen van huishonden, en illegale stroperij zijn incidentele bedreigingen.

Fun fact:

  • Struikhonden zijn zo zeldzaam in hun leefgebied dat men dacht dat ze uitgestorven waren toen ze voor het eerst ontdekt werden via fossielen.
  • De struikhond is de enige levende soort in het geslacht Speothos, en genetisch bewijs suggereert dat zijn meest nabije levende verwant de manenwolf van centraal Zuid-Amerika is.

Plaats een reactie