Inspanningen om de ideale tumormerker te vinden hebben, samen met de geavanceerde kennis van de koolhydraatexpressie bij kanker en de ontwikkeling van monoklonale antilichaamtechnologie, het ontstaan vergemakkelijkt van vele nieuwe tests die in de klinische oncologie worden gebruikt. CA 50, een nieuwe met kanker geassocieerde koolhydraatmarker, wordt opgespoord met het C 50-antilichaam dat verkregen is door immunisatie van muizen met een menselijke colorectale adenocarcinoma-cellijn. Dit antilichaam dat CA 50 definieert, reageert zowel met de afucosylvorm van het gesialyleerde Lewis(a)-koolhydraatgedeelte als met het gesialyleerde Lewis(a)-gedeelte dat ook het antigene epitoop is in de CA 19-9-test. CA 50 is niet orgaanspecifiek en zijn verhoogde niveaus in serum kunnen worden waargenomen bij een verscheidenheid van maligniteiten, vooral gastro-intestinale kankers. In tegenstelling tot CA 19-9 kunnen hoge CA 50-waarden ook worden waargenomen bij kwaadaardige tumoren buiten het spijsverteringskanaal. De verwachting, dat CA 50 positief zou kunnen zijn bij de Lewis-negatieve patiënten die geen CA 19-9 kunnen synthetiseren, wordt ondersteund door de histoimmunologische studie. Bij serumbepaling is echter een nauwe correlatie tussen CA 50 en CA 19-9 waargenomen, zelfs bij patiënten met een Lewis-negatief fenotype. In klinische toepassing is CA 50 marginaal gunstig voor de diagnose, maar zeer nuttig voor de follow-up van patiënten met pancreaskanker. Het geeft eerder gelijkaardige resultaten als CA 19-9. Middelmatig hoge serumniveaus van CA 50 kunnen ook worden waargenomen bij goedaardige hepatobiliaire aandoeningen, vooral in gevallen van geelzucht. Daarom moet hiermee rekening worden gehouden om het meeste voordeel van de marker te verkrijgen. Voor andere gastro-intestinale kankers kan CA 50 in combinatie met andere eerder gedefinieerde markers aanvullende informatie geven voor de evaluatie van sommige patiënten met colorectale, biliaire of maagkanker. Op dit moment zijn er veel nieuwe tumormarkers in opkomst die in de klinische oncologie worden gebruikt. Het vergroten van onze kennis over deze markers, hun mogelijkheden en beperkingen zal ons in staat stellen ze effectief te gebruiken bij de evaluatie van kankerpatiënten.