Caparison

In de oudheid neemt een “prachtig gearmd paard” een centrale plaats in in een visioen waarvan melding wordt gemaakt in de deutero-canonieke tekst, 2 Makkabeeën 3:25, die de Seleucidische afgezant Heliodorus ervan weerhoudt een geplande aanslag te plegen op de joodse tempelschatkist in Jeruzalem.

Picador op een gecapitonneerd paard

In de Middeleeuwen maakten caparisons deel uit van de bepantsering van het paard, de zogenaamde barding, die werd gedragen tijdens gevechten en toernooien. Zij werden in de twaalfde eeuw ingevoerd als reactie op de omstandigheden tijdens de kruistochten, waar plaatselijke legers in groten getale boogschutters, zowel te voet als te paard, inzetten. De capitonnering beschermde het paard niet volledig tegen de pijlen, maar kon de schade wel afwenden en verminderen.

Een vroege afbeelding van een paard van een ridder met capitonnering is te zien op het kleine ridderbeeldje van Carlton-in-Lindrick uit het einde van de 12e eeuw. Moderne re-enactment tests hebben aangetoond dat een losse caparison het paard redelijk goed beschermt tegen pijlen, vooral als die gecombineerd wordt met een wambuisachtig onderkleed eronder. Middeleeuwse capituren werden vaak geborduurd met het wapenschild van de ruiter van het paard.

Plaats een reactie