De regio van de Perzische Golf werd voor het eerst van nationaal belang verklaard voor de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Aardolie is van centraal belang voor moderne legers. De Verenigde Staten, destijds ’s werelds grootste olieproducent, leverden het grootste deel van de olie voor de geallieerde legers. Veel Amerikaanse strategen waren bezorgd dat de oorlog de olievoorraden van de VS gevaarlijk zou verminderen en daarom streefden zij naar goede betrekkingen met Saoedi-Arabië, een koninkrijk met grote oliereserves. Op 16 februari 1943 zei de Amerikaanse president Franklin Roosevelt: “De verdediging van Saoedi-Arabië is van vitaal belang voor de verdediging van de Verenigde Staten.”
Op 14 februari 1945, toen hij terugkwam van de Conferentie van Jalta, ontmoette Roosevelt de Saoedi-Arabische koning Ibn Saud op het Grote Bittermeer in het Suezkanaal, de eerste keer dat een Amerikaanse president de regio van de Perzische Golf had bezocht. Tijdens Operatie Desert Shield in 1990 noemde de Amerikaanse minister van Defensie Dick Cheney de mijlpaalontmoeting tussen Roosevelt en Ibn Saud als een van de rechtvaardigingen voor het sturen van troepen om de grens van Saudi-Arabië te beschermen.
De Perzische Golfregio werd tijdens de Koude Oorlog nog steeds beschouwd als een gebied van vitaal belang voor de VS. Drie Amerikaanse presidentiële doctrines uit de Koude Oorlog (de Truman, Eisenhower, en Nixon Doctrines) speelden een rol bij de vorming van de Carter Doctrine. De Truman Doctrine, die stelde dat de VS militaire hulp zou sturen naar landen die bedreigd werden door het Sovjet-communisme, werd gebruikt om de veiligheid van zowel Iran als Saoedi-Arabië te versterken. In oktober 1950 schreef President Truman aan Ibn Saud dat “de Verenigde Staten geïnteresseerd zijn in het behoud van de onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Saudi-Arabië. Er zou geen bedreiging van uw Koninkrijk kunnen uitgaan die niet een zaak van onmiddellijke zorg voor de Verenigde Staten zou zijn.”
De Eisenhower Doctrine riep op tot het zenden van Amerikaanse troepen naar het Midden-Oosten om Amerikaanse bondgenoten te verdedigen tegen hun door de Sovjet-Unie gesteunde tegenstanders. Uiteindelijk voorzag de toepassing van de Nixon Doctrine in militaire hulp aan Iran en Saoedi-Arabië, zodat de VS-bondgenoten daar voor vrede en stabiliteit konden zorgen. In 1979 gaven de Iraanse Revolutie en de Sovjetinterventie in Afghanistan aanleiding tot een herformulering van de Amerikaanse belangen in de regio in de vorm van de Carter Doctrine.
In juli 1979 hield President Carter, in reactie op een nationale energiecrisis, zijn “Crisis of Confidence” toespraak, waarin hij er bij de Amerikanen op aandrong hun energiegebruik te verminderen om de Amerikaanse afhankelijkheid van buitenlandse olievoorraden te helpen verminderen. Recentelijk hebben sommige geleerden beweerd dat Carter’s energieplan, als het volledig was uitgevoerd, een aantal van de huidige economische moeilijkheden, veroorzaakt door de Amerikaanse afhankelijkheid van buitenlandse olie, zou hebben voorkomen.