Betamethason: Doseringsaanpassingen kunnen nodig zijn bij remissie of verergering van het ziekteproces, de individuele respons van de patiënt op de therapie en blootstelling van de patiënt aan emotionele of fysieke stress zoals ernstige infectie, operatie of letsel. Monitoring kan nodig zijn tot een jaar na het staken van langdurige of hooggedoseerde corticosteroïdtherapie.
De laagst mogelijke dosis corticosteroïd moet worden gebruikt om de te behandelen aandoening onder controle te houden. Een geleidelijke vermindering van de dosering wordt aanbevolen.
Het effect van corticosteroïden wordt versterkt bij patiënten met hypothyreoïdie of bij patiënten met cirrose.
Voorzichtigheid bij het gebruik van corticosteroïden is geboden bij patiënten met oculaire herpes simplex vanwege mogelijke corneale perforatie.
Psychische stoornissen kunnen optreden bij behandeling met corticosteroïden. Bestaande emotionele instabiliteit of psychotische neigingen kunnen door corticosteroïden worden verergerd.
Corticosteroïden moeten met voorzichtigheid worden gebruikt bij: Aspecifieke ulceratieve colitis, als er kans is op dreigende perforatie, abces, of andere pyogene infectie; diverticulitis; verse darmanastomosen; actief of latent maagzweer, nierinsufficiëntie, hypertensie, osteoporose, en myasthenia gravis.
Omdat complicaties van glucocorticoïdbehandeling afhankelijk zijn van de dosering en de duur van de behandeling, moet bij elke patiënt een risico/baten-beslissing worden genomen.
Corticosteroïden kunnen sommige tekenen van infectie maskeren, en tijdens het gebruik kunnen nieuwe infecties opduiken. Bij gebruik van corticosteroïden kan een verminderde weerstand en het onvermogen om infecties te lokaliseren optreden.
Langdurig gebruik van corticosteroïden kan posterieure subcapsulaire cataracten veroorzaken (vooral bij kinderen), glaucoom met mogelijke schade aan de oogzenuwen, en kan secundaire ooginfecties door schimmels of virussen versterken.
Gemiddelde en hoge doses corticosteroïden kunnen bloeddrukverhoging, zout- en waterretentie, en verhoogde uitscheiding van kalium veroorzaken. Deze effecten treden minder snel op bij de synthetische derivaten, behalve bij gebruik in grote doses. Zoutbeperking via de voeding en kaliumsuppletie kunnen worden overwogen. Alle corticosteroïden verhogen de calciumuitscheiding.
Tijdens de behandeling met corticosteroïden mogen patiënten niet worden ingeënt tegen pokken. Andere immunisatieprocedures mogen niet worden ondernomen bij patiënten die corticosteroïden krijgen, vooral niet bij hoge doses, wegens mogelijke gevaren van neurologische complicaties en gebrek aan antilichaamrespons.
Patiënten die immunosuppressieve doses corticosteroïden krijgen, moeten worden gewaarschuwd om blootstelling aan waterpokken of mazelen te vermijden, en bij blootstelling een arts te raadplegen. Dit is van bijzonder belang bij kinderen.
Corticosteroïdtherapie bij actieve tuberculose moet worden beperkt tot die gevallen van fulminerende of gedissemineerde tuberculose waarin het corticosteroïd wordt gebruikt in combinatie met een geschikt antituberculoseregime.
Indien corticosteroïden zijn geïndiceerd bij patiënten met latente tuberculose, is nauwkeurige observatie noodzakelijk omdat reactivatie van de ziekte kan optreden. Tijdens langdurige corticosteroïdtherapie moeten patiënten chemoprofylaxe krijgen.
Groei en ontwikkeling van kinderen op langdurige corticosteroïdtherapie moeten zorgvuldig worden gevolgd, omdat de toediening van corticosteroïden de groeisnelheid kan verstoren en de endogene corticosteroïdproductie bij deze patiënten kan remmen.
Corticosteroïdtherapie kan de beweeglijkheid en het aantal spermatozoa veranderen.
Dexchloorfeniramine Maleaat: Betamethason/Dexchloorfenaminemaleaat (CELESTAMINE) producten dienen met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met nauwe hoekglaucoom, stenoserende peptische ulcera, pyloroduodenale obstructie,prostaathypertrofie of blaashalsobstructie, cardiovasculaire aandoeningen waaronder hypertensie, bij personen met verhoogde intraoculaire druk of hyperthyreoïdie.
Patiënten moeten worden gewaarschuwd over het ondernemen van activiteiten die mentale alertheid vereisen, zoals autorijden of het bedienen van apparaten, machines, etc.
Conventionele antihistaminica kunnen duizeligheid, sedatie en hypotensie veroorzaken bij patiënten ouder dan 60 jaar.
Gebruik bij kinderen: De veiligheid en werkzaamheid van Betamethason/Dexchloorfenaminemaleaat (CELESTAMINE) producten zijn niet vastgesteld bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Gebruik bij Ouderen: Conventionele antihistaminica kunnen duizeligheid, sedatie en hypotensie veroorzaken bij patiënten ouder dan 60 jaar.