Centrosaurus, of ook bekend als Monoclonius (Enige Zoon), was een dinosaurus gekenmerkt door een enorme, solitaire benige hoorn op zijn snuit, die hij net als moderne neushoorns gebruikte om roofdieren aan te vallen, maar hij had ook een benige franje die zijn nek beschermde tegen aanvallen van roofdieren die zijn nek wilden breken.
Features
Centrosaurus was 6 meter lang en woog 4 ton, en had brede poten met gewatteerde tenen waarmee hij zijn grote gewicht gelijkmatig kon verdelen. Desondanks liep hij op zijn tenen, maar had hij een blubberige zool die leek op die van een olifant. De voorpoten waren korter en licht gebogen, maar hierdoor kon hij snel draaien zonder van zijn plaats te glijden.
Schedel
Omdat de kop en de beenplaat zo groot waren in vergelijking met de rest van het lichaam, had Centrosaurus een zeer stevige nek en sterke spieren nodig. Hij viel vooral op door zijn enkele grote hoorn. De hoorn van dit dier was niet bijzonder groot, maar het was een zeer krachtig wapen waarmee het zelfs agressors ter grootte van de Daspletosaurus kon doden. De beenderplaat van Centrosaurus had een ronde vorm met kleine uitsteeksels, en twee grote openingen die het gewicht verminderden. De plaat werd waarschijnlijk gebruikt om rivalen te intimideren of als een manier om roofdieren te ontwijken.
Voeding
Voedt zich voornamelijk met lage vegetatie zoals varens. Het verscheurde vegetatie met zijn hoornige bek en versnipperde die met zijn scherpe achtertanden.
Gedrag
Veel resten van dit dier zijn gevonden in de Dinosaur Park Formatie, Alberta, Canada. Deze overblijfselen geven ons een goed inzicht in hoe Centrosaurus zich gedroeg.
Defensie
Zoals alle ceratopsiden, vormden de mannetjes en vrouwtjes, wanneer Centrosaurus door een roofdier werd aangevallen, een cirkel van benige platen en hoorns om de jongen te beschermen. Het was een zeer effectieve techniek, want bijna geen enkel roofdier zou zo’n muur durven aanvallen. In het geval dat de Centrosaurus zich alleen bevond, zou hij erop af stormen als een neushoorn.
Kuddes
Wetenschappers vonden een hele kudde Centrosaurussen in Alberta. Onder de verschillende overblijfselen zijn gebroken botten gevonden, misschien gebroken door vertrappeld of geslagen te zijn door andere leden van de kudde. Een dergelijke omstandigheid zou zich alleen voordoen bij een overstroming, waarbij de gehele kudde trachtte een overstromende rivier over te steken.
Kwaadaardige kanker bij dinosaurussen
In 2020 explodeerde het nieuws over het geval van een bekend Centrosaurus fossiel specimen dat een misvorming van de botten bezat als gevolg van een of andere pathologie. Toen het werd ontdekt, dacht men dat de misvorming het gevolg was van een breuk die later geheeld was. Een microscopisch onderzoek van de botten door een gemengd team van paleontologen en artsen van het Royal Ontario Museum en de McMaster University, beide Canadese teams, bracht aan het licht dat de groei van de misvorming op het bot geen structuur of patroon van botcellen vertoonde die men zou verwachten te zien in een bot dat geneest van een breuk. Het leek veeleer op de cellulaire structuur die was achtergelaten door een osteosarcoom tumor (een soort botkanker die voorkomt in lange beenderen en zich zeer vroeg in de ontwikkeling van een dier kan manifesteren).
In weerwil van alle hype is dit geenszins de eerste kanker die bij een dinosaurus is ontdekt, noch is het de eerste kanker die bij een fossiel is ontdekt, want er zijn gevallen bekend van hadrosauriërs en sauropoden die tekenen vertonen dat ze aan deze ziekte hebben geleden.
De eerste kanker die bij een dinosaurus is ontdekt, is niet de eerste kanker die bij een fossiel is ontdekt.