Chicago Citation Style 17th Edition

Nummers tussen haakjes verwijzen naar specifieke pagina’s in de Chicago 17th Edition handleiding.

Nummering

Nootnummers in tekst worden gezet als superscript nummers (p. 751).

Aan de onderzijde van de pagina worden de nootnummers normaal voluit gezet en gevolgd door een punt (p. 751).

Nootnummers moeten opeenvolgend worden genummerd, te beginnen met 1 (p. 756).

Tip: Gebruik de “voetnoot”-functie van uw tekstverwerker om te helpen bij de opmaak.

Volledige noot vs. verkorte noot

De eerste noot die naar een werk verwijst, moet een volledige noot zijn, maar latere citaten voor datzelfde werk kunnen worden verkort. De verkorte vorm moet net genoeg informatie bevatten om lezers aan de volledige titel te herinneren of hen naar de bibliografie te leiden; meestal de achternaam van de auteur(s), de kernwoorden van de hoofdtitel, en het paginanummer. Overleg met je docent of deze verkorte vorm aanvaardbaar is. (p. 757-761)

Opeenvolgende voetnoten voor hetzelfde werk

Wanneer je dezelfde bron in meerdere voetnoten na elkaar citeert, citeer de bron dan de eerste keer voluit, en gebruik dan de verkorte vorm voor alle volgende citaten totdat een andere bron wordt geciteerd (p. 759-760).

Voorbeeld:
1. Rushdie, De grond eronder, 25.
2. Rushdie, 28.

URLs

Plaats een reactie