In de dans is choreografie de handeling van het ontwerpen van dans. Choreografie kan ook verwijzen naar het ontwerp zelf, dat soms wordt uitgedrukt door middel van dansnotatie. Een choreograaf is iemand die dansen creëert. Danschoreografie wordt soms ook danscompositie genoemd.
Aspecten van danschoreografie zijn onder meer het compositorisch gebruik van organische eenheid, ritmische of niet-ritmische articulatie, thema en variatie, en herhaling. Het choreografisch proces kan gebruik maken van improvisatie met het doel vernieuwende bewegingsideeën te ontwikkelen. In het algemeen wordt choreografie gebruikt om dansen te ontwerpen die bedoeld zijn om te worden uitgevoerd als concertdans.
De kunst van het choreograferen behelst het specificeren van menselijke beweging en vorm in termen van ruimte, vorm, tijd en energie, meestal binnen een emotionele of niet-literaire context. Bewegingstaal wordt ontleend aan de danstechnieken van ballet, hedendaagse dans, jazzdans, hiphopdans, volksdans, techno, K-pop, religieuze dans, voetgangersbeweging, of combinaties daarvan.