Clinchgevechten staan centraal in veel vechtsporten zoals worstelen en zijn ook een fundamenteel onderdeel van Amateurworstelen, Sambo, Muay Thai, Lethwei en Mixed martial arts. De aard van de clinch tijdens het vechten hangt af van de regels die bij de verschillende sporten gelden. Muay Thai legt veel nadruk op slagen vanuit de clinch, terwijl Judo zich concentreert op worpen. De regel die al deze vormen gemeen hebben is het toestaan van de worp die nodig is om een clinch te vormen. Andere gevechtssporten zoals boksen of taekwondo staan clinchen slechts voor korte tijd toe of staan het helemaal niet toe. Als clinchen niet is toegestaan, krijgt de clinchende vechter een waarschuwing of herstart de scheidsrechter het gevecht van een afstand.
Grip fighting in de clinch en vooral het werpen is de primaire focus in Judo.
GrijptechniekenEdit
De clinch is een krachtig hulpmiddel voor grijpers om in een dominante positie te komen in grondgevechten, of wordt gebruikt voor het scoren van punten of het winnen van een wedstrijd, zoals een worp met grote amplitude in het Amateurworstelen of een ippon in het Judo. De gebruikte technieken zijn sterk afhankelijk van de vraag of de deelnemers kleding dragen die zwaar genoeg is om vast te grijpen en te gebruiken om een hefboomeffect te verkrijgen of om hen uit evenwicht te brengen en worpen op te zetten. In een competitieve omgeving zijn voorbeelden van dergelijke kleding de Judogi, Braziliaanse Jiu Jitsu gi of de Kurtka.
In een competitie waar dergelijke kleding wordt gedragen (bijna uitsluitend aangeduid als een gi) ligt een sterke nadruk op gripvechten waar de vechters zullen proberen een dominante greep te krijgen op de gi van de tegenstander om hem uit balans te brengen en te werpen. Voorbeelden van een dergelijke competitie zijn Judo, Sambo of sommige Braziliaanse Jiu Jitsu competities, hoewel er in BJJ vaak een divisie is voor zowel gi als no-gi competitie.
In no-gi competitie wordt het krijgen van dubbele underhooks over het algemeen als voordelig beschouwd, omdat de positie kan worden gebruikt om worpen of takedowns uit te voeren. Achter de tegenstander staan in zo’n positie staat bekend als de rug pakken, en wordt over het algemeen als nog voordeliger beschouwd, omdat het voor de tegenstander moeilijker is om zich vanuit die positie te verdedigen. Een typisch voorbeeld van een techniek die vanuit deze positie kan worden uitgevoerd is de suplex.
Het uitvoeren van knie- en elleboogstoten in de clinch is een belangrijk onderdeel van Muay Thai en Lethwei training.
Hand en arm positiesEdit
Tijdens het clinchen is de positie van de armen van een vechter van vitaal belang. De vechter probeert altijd zijn armen aan de binnenkant van die van zijn tegenstander te houden, waardoor hij zijn ellebogen tegen elkaar kan drukken en een strakkere greep kan maken. De vechter probeert zijn handen altijd in een “cupping” positie te houden.
SlagtechniekenEdit
Er bestaat een veelheid aan slagtechnieken die effectief gebruikt kunnen worden vanuit de clinch. Stoten, ellebogen in de clinch, ook wel “dirty boxing” genoemd, is een belangrijk aspect van Muay Thai, Wing Chun, Lethwei en mixed martial arts. Ellebogen en korte looping stoten zoals haken en uppercuts kunnen effectief worden gebruikt vanuit de enkele kraagband positie. Hoewel het in veel vechtsporten verboden is, wordt in Lethwei het gebruik van een kopstoot aangemoedigd en kan deze ook effectief worden gebruikt vanuit de clinch. De korte afstand in de clinch maakt het trappen tot op zekere hoogte ongeldig, maar sommige trappen zijn nog steeds effectief. In Wing Chun openen gelijktijdige grepen/traps bij de ellebogen, polsen of achter de nek vaak een aanval. In Muay Thai wordt de dubbele kraagbinding gebruikt om een tegenstander in bedwang te houden terwijl er knieën naar het hoofd of middengedeelte worden gegeven, en in sommige mixed martial arts wedstrijden worden stomps gebruikt om de voeten van de tegenstander te schoppen.
SubmissietechniekenEdit
Er zijn maar weinig submission holds die effectief vanuit de clinch kunnen worden toegepast, zonder dat er sprake is van grondgevechten. De meest bekende houdgreep is de guillotine choke, die kan worden toegepast vanuit een enkele of dubbele kraagbinding. Hoogte is in het voordeel bij het toepassen van de guillotine choke vanuit de clinch, omdat voldoende hefboomwerking nodig is. Andere mogelijke, maar zeldzamere, houdingen vanuit de clinch zijn de arm driehoek, achterwaartse naakte choke, en Ezekiel choke.