CNES concentreert zich op vijf gebieden:
- Toegang tot de ruimte
- Civiele toepassingen van de ruimte
- Duurzame ontwikkeling
- Wetenschappelijk en technologisch onderzoek
- Veiligheid en defensie
Toegang tot de ruimteEdit
Frankrijk was de derde ruimtevaartmogendheid (zie Diamant) die toegang kreeg tot de ruimte, na de USSR en de VS, en die technologieën deelde met Europa om de Ariane-draagrakettenfamilie te ontwikkelen. De commerciële concurrentie in de ruimte is hevig, zodat de lanceerdiensten moeten worden afgestemd op de behoeften van de ruimte-exploitanten. De laatste versies van de Ariane 5 draagraket kunnen grote satellieten in een geosynchrone baan brengen of twee grote satellieten lanceren met één raket, terwijl de andere draagraketten die worden gebruikt voor Europese nuttige ladingen en commerciële satellieten – de Europees/Italiaanse Vega en de Russische Soyuz-2 – respectievelijk kleine en middelgrote draagraketten zijn.
Duurzame ontwikkelingEdit
CNES en zijn partners in Europa – via het GMES-initiatief (Global Monitoring for Environment and Security) – en in de rest van de wereld hebben satellieten in gebruik genomen voor de observatie van het land, de oceanen en de atmosfeer, alsmede voor gevaren- en crisisbeheer. De bekendste zijn de SPOT-satellieten met het Vegetation Instrument, de Topex/Poseidon, Jason-1 en Jason-2 oceanografiesatellieten, het Argos-systeem, Envisat en de Pleiades-satellieten.
Civiele toepassingenEdit
CNES neemt deel aan het navigatieprogramma Galileo, samen met de Europese Unie en het Europees Ruimteagentschap (ESA), en – in een bredere internationale context – aan het opsporings- en reddingssysteem Cospas-Sarsat.
Veiligheid en defensieEdit
Het bovengenoemde navigatieprogramma Galileo is weliswaar in de eerste plaats bedoeld voor civiel navigatiegebruik, maar heeft ook een militair doel, net als de soortgelijke Amerikaanse Global Positioning System en de Russische GLONASS-satellietnavigatiesystemen.
Naast Spot en de toekomstige Pleiades-satellieten werkt CNES voor de defensiegemeenschap als hoofdcontractant voor de Helios-fotoverkenningssatellieten.
Global Monitoring for Environment and Security – een gezamenlijk initiatief van de EU, ESA en nationale ruimtevaartorganisaties – bundelt ruimtevaartmiddelen om het milieu te bewaken en bevolkingen te beschermen, maar het omvat ook satellietondersteuning voor strijdkrachten op het gebied van grenspatrouilles, maritieme veiligheid en vredesmissies.
Lopende missiesEdit
De bijdrage van Frankrijk aan het Internationale Ruimtestation geeft Franse wetenschappers de gelegenheid om originele experimenten in microzwaartekracht uit te voeren. CNES bestudeert ook formatievliegen, een techniek waarbij verschillende satellieten onderdelen van een veel zwaarder en complex instrument in een nauwe en strak gecontroleerde configuratie vliegen, waarbij de satellieten tot tientallen meters uit elkaar staan. CNES bestudeert formatievliegen als onderdeel van het door Zweden geleide PRISMA-project en op eigen houtje met de Simbol-x x-ray telescope mission.
CNES werkt momenteel samen met andere ruimtevaartorganisaties aan een aantal projecten, waaronder orbitale telescopen zoals INTErnational Gamma-Ray Astrophysics Laboratory, XMM-Newton, en COROT en ruimtesondes zoals Mars Express, Venus Express, Cassini-Huygens, en Rosetta. CNES heeft met de NASA samengewerkt aan missies zoals de aardobservatiesatelliet PARASOL en de milieu- en weersatelliet CALIPSO.
Het heeft ook samengewerkt met het Indiase ruimtevaartagentschap (ISRO) aan de missie Megha-Tropiques, die de watercyclus bestudeert en de invloed ervan op de klimaatverandering. CNES speelt een belangrijke rol in het Living Planet-programma van de ESA voor aardobservatiesatellieten en heeft de Soil Moisture and Ocean Salinity-satelliet gebouwd.
UFO ArchiveEdit
Wikinews heeft verwant nieuws:
In december 2006 kondigde CNES aan dat het zijn UFO-archief eind januari of half februari online zou zetten. De meeste van de 6.000 meldingen zijn afkomstig van het publiek en professionals uit de luchtvaartsector. Jacques Arnould, een ambtenaar van het Franse Ruimtevaartagentschap, zei dat de gegevens zich over een periode van 30 jaar hadden opgestapeld en dat UFO-waarnemingen vaak aan de Gendarmerie werden gemeld.
In de laatste twee decennia van de 20e eeuw was Frankrijk het enige land waarvan de regering UFO-onderzoekers betaalde, in dienst van CNES’s UFO-afdeling GEPAN, later bekend als SEPRA en nu als GEIPAN.
Wikinews heeft gerelateerd nieuws:
Op 22 maart 2007 heeft CNES zijn UFO-dossiers via zijn website vrijgegeven voor het publiek. De 100.000 pagina’s met getuigenverklaringen, foto’s, filmbeelden en geluidsbanden zijn een optelsom van meer dan 1.600 waarnemingen sinds 1954 en bevatten alle toekomstige UFO-meldingen die het agentschap via zijn GEIPAN-eenheid heeft verkregen.