In juni 1938 richtte het Departement van Landbouw van de Goudkust het Centraal Cacao-onderzoeksstation op in Tafo om problemen van ziekten en plagen te onderzoeken die de cacaoproduktie in de Oostelijke Provincie aanzienlijk hadden verminderd. In 1944 werd dit het Westafrikaans Cacao-Onderzoeksinstituut (WACRI) met een onderstation in Ibadan, Nigeria, en enkele onderzoeksactiviteiten in Sierra Leone.
Na het bereiken van de onafhankelijkheid door Ghana en Nigeria, werd het WACRI ontbonden en werden het Cacao-Onderzoeksinstituut van Ghana (CRIG) en het Cacao-Onderzoeksinstituut van Nigeria (CRIN) in de plaats opgericht. Het CRIG werd beheerd door de National Research Council, die later werd opgevolgd door de Ghana Academy of Sciences en de Council for Scientific and Industrial Research (CSIR).
De doelstellingen van het instituut werden later uitgebreid met onderzoek naar andere inheemse en geïntroduceerde boomgewassen die vetten produceerden die vergelijkbaar waren met cacaoboter.
CRIG kreeg het voorrecht om de onderzoeksvleugel te zijn van het National Cashew Development Project in 2002, en cashew is sindsdien een mandaatgewas geworden van CRIG.
Het Cocoa Research Institute of Ghana doet ook onderzoek naar de ontwikkeling van bijproducten van cacao en de andere mandaatgewassen, met als doel het gebruik te diversifiëren en extra inkomsten te genereren voor de boeren. Het CRIG is midden 1965 begonnen met het onderzoek naar bijproducten van cacao, door een commissie van deskundigen op te richten, met vertegenwoordigers van de Universiteit van Ghana, om na te gaan welke bijproducten van cacao zouden kunnen worden geproduceerd. Op basis van de aanbevelingen van het comité startte het onderzoek naar cacao nevenproducten in 1970, onder leiding van Dr. D. Adomako, een biochemicus. Het onderzoek naar bijproducten van cacao kreeg een nieuwe impuls in 1992 met de oprichting van de New Products Development Unit van de CRIG. De eenheid kreeg financiële steun via het project van de Internationale Cacao-organisatie (ICCO)/het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen (CFC)/Ghana Cocoa Board (COCOBOD) in 1993. Bovendien heeft de Ghana Cocoa Board in 1993 drie grote cacaoplantages aan de CRIG overgedragen ter aanvulling van de cacaoproduktie op de experimentele boerderijen van de CRIG in Tafo, Afosu en Bunso, en ter ondersteuning van het onderzoek naar bijprodukten. Na het succes van het bijproductenprogramma voor cacao werd in 2004 de aandacht gericht op de ontwikkeling van soortgelijke bijproducten van de andere mandaatgewassen.