Doelstelling: De recente detectie van collageenbolletjes in cervix-vaginale uitstrijkjes van 7 vrouwen in de voorbije 2 jaar onderzoeken.
Studieopzet: Papaniolaou-gekleurde cervicaal-vaginale specimens, 3 conventionele en 4 ThinPreps (Cytyc Corp., Boxborgugh, Massachusetts, U.S.A.), werden beoordeeld vanwege de aanwezigheid van structuren die niet te onderscheiden waren van collageenbolletjes.
Resultaten: De structuren vertoonden 3-dimensionaliteit, een gehyaliniseerde kern en een bedekking van goedaardig lijkende cellen, fraturen identiek aan die gezien in collageen bolletjes van sereuze holte vloeistoffen. Met een gemiddelde grootte van 94 x 60 microm, waren ze vergelijkbaar met een menselijke eicel bij ovulatie. Hun aanwezigheid correleerde niet met enige gelijktijdige Pap-uitstrijkbevindingen of vroegere medische voorgeschiedenis.
Conclusie: Omdat collageenballetjes eerder alleen in sereuze holtevloeistoffen voorkwamen, wordt gedacht dat ze op die plaatsen ontstaan. Wij stellen voor dat collageenballetjes via de eileider en de baarmoeder fundus naar de baarmoederhals worden getransporteerd, ongeveer zoals een eicel naar de baarmoeder flindus wordt getransporteerd voor innesteling. De kans op een dergelijke gebeurtenis is hoogstwaarschijnlijk vrij klein. De recente vondst van 7 gevallen van collageenballetjes kan correleren met een verhoogde prevalentie van collageenballetjes in peritonealfluïdum, waardoor de waarschijnlijkheid van hun transport naar de baarmoederhals toeneemt.