Comet

Nature and Nomenclature of Comets

Een komeet is een klein ijsrijk lichaam, zelden groter dan een paar kilometer in diameter, in een excentrische baan om de Zon. De verschijnselen die de komeet spectaculair kunnen maken (en inderdaad, die hem waarneembaar maken) zijn verbonden met de progressief snelle verdamping van ijs uit zijn vaste kern tijdens zijn steile val in de richting van de Zon. Deze gassen, en wat meegevoerd stof, breiden zich naar buiten uit rond de kern en vormen een ruwweg bolvormig omhulsel, of coma, rond de kern. De coma en de kern worden samen de kop van de komeet genoemd. Op een afstand van duizenden tot ongeveer 100.000 km van de kern wordt de uitdijende coma zo ijl dat het gas en stof erin ontkoppeld raken en systematisch van de kern beginnen weg te stromen, zij het in verschillende richtingen. Het stof volgt ruwweg ballistische banen, terwijl het gas in de richting stroomt die radiaal naar buiten wijst vanaf de zon. Zo’n lange, ijle sliert van gas of stof wordt een staart genoemd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel kometen twee zichtbare staarten hebben, een van gas en een van stof, die in verschillende richtingen wijzen (zie Fig. VII.1).

Figuur VII.1. Komeet West, met een breed en gestreept wit stofspoor en een smalle blauwe gasstaart aan de vooravondhemel. Deze foto is in de tijd genomen met een vaste camera, waardoor de beelden van de sterren en de komeet door de draaiing van de aarde zijn uitgesmeerd. Foto met dank aan Dennis en Betty Milon.

Vele kometen hebben banen die ruim binnen het zonnestelsel liggen. Vaak liggen de aphelia van hun banen in de buurt van de baan van Jupiter of Saturnus. Hun omlooptijden zijn allemaal korter dan 200 jaar, wat twee dingen impliceert. Ten eerste zijn hun omlooptijden kort genoeg om twee of meer periheliumpassages te kunnen waarnemen, zodat hun baanelementen kunnen worden verfijnd en hun toekomstige posities met grote nauwkeurigheid kunnen worden voorspeld. Ten tweede, omdat ze zoveel tijd dicht bij de Zon doorbrengen en zo vaak door het perihelium gaan, verliezen ze in een hoog tempo ijs. Daarom kunnen ze in dergelijke banen niet lang overleven. Om voor de hand liggende redenen worden deze kometen korte-termijn kometen of periodieke kometen genoemd.

De andere kometen hebben banen die bijna willekeurig in de ruimte zijn verdeeld, hebben enorme excentriciteiten en halve lange assen, en passeren perihelium meestal maar ongeveer eens in de paar miljoen jaar. Deze banen zijn zeer kwetsbaar voor verstoringen door nabije sterren, en natuurlijk is geen enkele voorspelde terugkeerdatum voor zulke kometen ooit waargenomen. Tien miljoen jaar is zelfs voor een astronoom te lang om te wachten. Met een zucht van berusting noemen astronomen ze kometen met een lange periode.

Historisch gezien, wanneer een komeet wordt waargenomen, zoals meestal een paar keer per jaar gebeurt, is hij meteen vernoemd naar zijn ontdekker. Zo vond Alain Maury in 1994 de achtste komeet die ontdekt (of teruggevonden) werd. De komeet werd toen Komeet Maury 1994h genoemd. Deze benaming bleef bestaan tot de volgende periheliumpassage van de komeet. Op dat moment kreeg de komeet een nieuwe naam die de komeet in de volgorde van zijn periheliumdoorgang plaatste. Indien dus 1994h wordt gevolgd, zijn baan wordt berekend en zijn periheliumdatum 29 januari 1995 blijkt te zijn (de derde van het jaar die het perihelium passeert), zou dezelfde komeet ook de aanduiding 1995III dragen. Volgens dit systeem kan een komeet met een korte periode dus een groot aantal verschillende aanduidingen dragen, die zijn toegekend op verschillende tijdstippen van herstel of periheliumpassage! Gedeeltelijk om voor deze mogelijkheid te waarschuwen, worden kometen met een korte periode gewoonlijk aangeduid met het voorvoegsel P/ (voor periodiek), zoals in P/Halley. Aangezien er veel waarnemers zijn die meer dan één komeet hebben gevonden, is het handig geworden om aan elke periodieke komeet een catalogusnummer toe te kennen, zoals in 51 P/Harrington of 19 P/Borelly. In de afgelopen jaren is ook de naamgevingsconventie voor nieuwe kometen gewijzigd en vereenvoudigd. Stel dat een nieuwe komeet wordt gevonden op een beeld dat door het ruimtevaartuig SOHO (Solar and Heliospheric Observatory) is genomen. De komeet krijgt een voorlopige aanduiding zoals C/2001 Q3 (SOHO). Het voorvoegsel C/ staat voor een komeet met een lange periode (P/ voor een periodieke komeet), 2001 is de datum van ontdekking, Q staat voor het halfjaar waarin de ontdekking plaatsvond (A voor de eerste helft van januari, B voor de tweede helft, enzovoort, waarbij I wordt overgeslagen), en 3 is het volgnummer van de ontdekking in dat tijdsinterval. De naam van de ontdekker staat tussen haakjes.

Occasioneel gaat een komeet slapend of, bij gebrek aan voldoende nauwkeurige baangegevens, verloren. De kometen die een dergelijk lot is beschoren dragen de aanduiding D/, zoals 11 D/Tempel-Swift. Die komeet werd later opnieuw verworven onder de “nieuwe ontdekking” alias van P/2001 R3.

Hoog gevoelige asteroïde zoekprogramma’s zoals LINEAR, Spacewatch, en LONEOS (zie hoofdstuk VIII) hebben talrijke komeet ontdekkingen gegenereerd. De Infrarood Astronomische Satelliet (IRAS) was ontdekker of mede-ontdekker van verscheidene kometen. Bovendien worden de op het web geplaatste SOHO-beelden routinematig door amateurastronomen vanaf hun thuiscomputers geanalyseerd, wat heeft geleid tot tientallen nieuwe ontdekkingen van kometen die de zon schijnen en kometen die op de zon inwerken. Zo zijn kometen met de namen LINEAR, SOHO, enz. nu heel gewoon.

Het is niet ongebruikelijk dat een komeet door twee of meer waarnemers op dezelfde nacht wordt ontdekt, een gebeurtenis die namen oplevert als Barnard-Hartwig en P/Churyumov-Gerasimenko, of zelfs Mori-Sato-Fujikawa en IRAS-Araki-Alcock. Tenslotte hebben bepaalde waarnemers een duidelijke gave om kometen te vinden. Zo vindt men kometen met namen als P/Brooks 2, Shoemaker 4, en P/Schwassmann-Wachmann 3. Ook hier voegen de huidige benamingen een catalogusnummer toe, zoals 29 P/Schwassmann-Wachmann 1.

De benaming Grote Komeet is gereserveerd voor visueel spectaculaire waarnemingen. Het risico om de ontdekker van een Grote Komeet te zijn, is dat hij niet uw naam zal dragen!

Plaats een reactie