Constructionisme

Dit artikel of hoofdstuk is onvolledig en de inhoud behoeft verdere aandacht.Sommige informatie kan ontbreken of onjuist zijn, spelling en grammatica moeten wellicht verbeterd worden, gebruik uw oordeel!

1 Definitie

Constructionisme is een constructivistische leertheorie en instructietheorie. Het stelt dat het opbouwen van kennis het beste gebeurt door dingen te bouwen die tastbaar en deelbaar zijn (Ackerman et al., 2009: 56). “Constructionisme (in de context van leren) is het idee dat mensen effectief leren door dingen te maken. Constructionisme is verbonden met ervaringsleren en bouwt voort op een aantal van de ideeën van Jean Piaget.” (Wikipedia, opgehaald, 17:17, 15 september 2006 (MEST)).

“Constructionisme – het N-woord in tegenstelling tot het V-woord – deelt de connotatie van het constructivisme van leren als “het bouwen van kennisstructuren”, ongeacht de omstandigheden van het leren. Het voegt dan het idee toe dat dit bijzonder gelukkig gebeurt in een context waar de leerling bewust bezig is met het construeren van een publieke entiteit, of het nu een zandkasteel op het strand is of een theorie van het universum.” (Papert, 1991b). “Constructivisme, in een notendop, stelt dat kinderen de bouwers zijn van hun eigen cognitieve hulpmiddelen, evenals van hun externe realiteiten. Met andere woorden, kennis en de wereld worden zowel geconstrueerd en geïnterpreteerd door actie, als bemiddeld door het gebruik van symbolen. Elk van beide krijgt bestaansrecht en vorm door de constructie van het andere. Door zijn focus op leren door maken (je zou kunnen zeggen: leren als ontwerp) werpt Papert’s ‘constructionisme’ licht op hoe ideeën van mensen gevormd en getransformeerd worden wanneer ze uitgedrukt worden via verschillende media, wanneer ze geactualiseerd worden in bepaalde contexten, wanneer ze uitgewerkt worden door individuele geesten. De nadruk is verschoven van algemene ontwikkelingswetten naar de conversatie van individuen met hun eigen voorstellingen, artefacten, of objecten om mee te denken.” (Ackerman, 2004).

Zie ook constructivisme, Constructionist learning object

2 De grondbeginselen volgens Dougiamas

Constructionisme stelt dat constructivisme vooral goed optreedt wanneer de leerling bezig is met het construeren van iets voor anderen om te zien:

“Het constructivisme deelt de connotatie van het constructivisme dat leren het `bouwen van kennisstructuren’ is, ongeacht de omstandigheden van het leren. Het voegt daaraan toe dat dit bijzonder gelukkig gebeurt in een context waarin de lerende bewust bezig is met het construeren van een publieke entiteit, of het nu een zandkasteel is of een theorie van het universum… Als men pijplijnmodellen voor het overdragen van kennis vermijdt, zowel bij het praten onder elkaar als bij het theoretiseren over klaslokalen, dan moet men verwachten dat ik niet in staat zal zijn om u te vertellen over mijn idee van constructionisme. Als ik dat zou doen, zou ik het zeker bagatelliseren. In plaats daarvan moet ik mij ertoe beperken u te betrekken in ervaringen (ook verbale) die u kunnen aanmoedigen tot uw eigen persoonlijke constructie van iets dat er in zekere zin op lijkt. Alleen op deze manier zal er iets zijn dat rijk genoeg is in je geest om de moeite waard te zijn om over te praten.” (Papert, 1990)

Belangrijke concepten zijn bewust geëngageerde en publieke entiteit. Constructionisme is niet alleen leren-door-doen, maar reflexief en sociaal betrokken zijn bij de taak. Zowel het creatieproces als de geproduceerde artefacten zouden sociaal gedeeld moeten worden.

Artifacten die populair zijn bij constructionisten zijn onder andere digitale artefacten (b.v. dingen die men kan bouwen met microwerelden. “Als volwassenen hebben we allemaal wel eens momenten waarop we iets wat we weten aan iemand anders moeten leren of uitleggen. Om dit te doen, moeten we ons verdiepen in het onderwerp, met anderen praten, aantekeningen maken en schema’s tekenen. In dit proces leren wij ons onderwerp goed kennen omdat wij er goed over moeten nadenken en de beste manieren moeten bedenken om het aan anderen over te brengen. Het is door de creatie en het delen van een object (misschien notities of diagrammen of zelfs een website of computerprogramma) dat het wordt wat Papert een publieke entiteit noemt en dat constructionistisch leren zo krachtig wordt versterkt. Papert voegde aan dit proces ook een computerprogramma toe dat ons in staat stelt ideeën en concepten visueel voor te stellen en er zo lang mee te spelen als we willen.” (Harel, 2003).

Bij het bestuderen van het constructivisme is het voor Dougiamas duidelijk geworden dat een van de belangrijkste processen bij het ontwikkelen van zijn kennis is geweest door zijn ideeën uit te leggen en te onderzoeken in gesprek met medestudenten. Bij nader inzien merkte hij dat een groot deel van zijn eigen ontwikkeling werd bevorderd door deel te nemen aan een voortdurende dialoog en door “teksten” te creëren waarop anderen konden antwoorden, hetzij in een gesprek, hetzij als een presentatie in de klas. Hij meent ook dat de bouw van websites en computersoftware (Dougiamas, 1999) een soortgelijk effect heeft.

Gergen (1995) onderzoekt het gebruik van de metafoor van dialoog om een aantal onderwijspraktijken te evalueren. In het bijzonder ziet hij kennis als fragmenten van een dialoog, kennisvertellingen op een bepaald moment binnen een voortdurende relatie. Deze relatie kan bestaan tussen leerlingen, tussen een leerling en een leraar, of tussen een leerling en een omgeving die door de leerling wordt ervaren. Gergen beschrijft een lezing als een gesprek waar, omdat de docent de inhoud al heeft bepaald, de student halverwege de dialoog binnenkomt en merkt dat hij er geen stem in heeft.

Steier (1995) gaat nader in op dit dialoogproces. Steier benadrukt de circulariteit van reflectief denken in sociaal onderzoek, en presenteert een aantal manieren waarop spiegeling optreedt tussen leerlingen (als twee spiegels tegenover elkaar) waarbij elke reciprocator de ander beïnvloedt. Bewustwording van dergelijke kwesties kan helpen om de dialoog die gebruikt wordt om effectiever te communiceren in te kaderen.

Voor uw eigen leren is dit enkele essay een slecht vehikel. Hier ben ik, woorden aaneenrijgend over constructivisme in mijn tekstverwerker, en daar bent u, die deze woorden leest met gebruikmaking van uw eigen cognitieve kader, ontwikkeld via uw eigen unieke achtergrond en kaders van taal en betekenis. Ik vertaal verschillende teksten, gebruik ze om een begrip op te bouwen over mijn eigen achtergrond, vertaal vervolgens mijn nieuwe begrip in het opbouwen van mijn eigen tekst, die jij deconstrueert om je eigen begrip te reconstrueren. Al deze vertalingen brengen onbekenden met zich mee en ik kan nooit weten of ik u bereik. Als ik via dit medium probeer te onderwijzen, kan ik alleen maar hopen dat ik bij u de nieuwsgierigheid aanwakker om verder over deze onderwerpen te lezen, erover te schrijven, met mensen erover te praten, en ze waar mogelijk in uw eigen situaties toe te passen.

3 Constructivisme en creativiteit

Sommige auteurs, bv. Ackermann (2009:59) leggen een verband tussen constructivisme en creativiteit via de stroomtheorie. Het “idee van een optimale leeromgeving is er een waarin de ondernomen activiteit als zinvol wordt ervaren, iemands capaciteiten in evenwicht zijn met de uitdaging die voor handen is, en iemand de instrumenten heeft om uitdrukking te geven aan de opgedane kennis”. In dat opzicht kan constructivisme echter ook in verband worden gebracht met instructieontwerpen zoals schrijven om te leren en tenslotte met transformatieve pedagogie.

4 Technologieën

De meeste moderne (sociaal)-constructivistische of gesitueerde ontwerpen hebben wel degelijk een constructivistische component. DSchneider meent dat omgevingen die dat niet doen, het etiket “constructivisme” niet verdienen: De oorspronkelijke auteur van dit artikel citeert bijvoorbeeld Dougiamas veel, maar zijn Moodle systeem – het enige LMS dat ik draag te gebruiken – is slechts een van die grensgevallen waarbinnen constructie en samenwerking worden aangemoedigd maar niet erg goed ondersteund in de realiteit- Met name collaboratieve kennisconstructie (modern constructionisme) is moeilijk omdat studenten elkaars huiswerk niet kunnen zien, wiki’s extreem lokaal zijn en zich niet uitstrekken buiten een klas, etc. Gelukkig zijn er verschillende uitbreidingen die in deze richting gingen. Collaboratieve kennisconstructie is zeker de weg die Moodle moet inslaan als het niet de zoveelste Scorm engine wil worden.

Microworlds, Constructionistische leerobjecten, en educatieve tastbare objecten vertegenwoordigen de ideaal-typische incarnatie van constructionisme.

Een voorbeeld van een populaire technologie gebouwd op Constructionist theorie is het Sugar leerplatform op OLPC laptops.

5 Links

  • Mitchel Resnik’s cours on Special Topics in Creative Learning Technologies. Goede verwijzingen naar online lectuur !
  • Lifelong Kindergarten, M. Resnik et al. group at MIT Media Lab.
  • Wide-Open Spaces, MIT Spectrum Interview with Mitchel Resnick, 2017

6 References

  • Ackermann, E. (1996) “Perspective-taking and object construction: Twee sleutels tot leren”. In Constructionisme in de praktijk: Ontwerpen, denken en leren in een digitale wereld (J. Kafai, & M. Resnick, Eds.). Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum, Publishers, pp. 25-37.
  • Ackermann, Edith K. (2004). Constructing Knowledge And Transforming The World, Een eigen leerzone: Sharing representations and flow in collaborative learning environments [M. Tokoro en L.Steels (Eds.). Amsterdam, Berlijn, Oxford, Tokio, Washington, DC. IOS Press, 2004. Deel 1. Chapt 2. pp. 15-37.
  • Ackermann Edith; David Gauntlett and Cecilia Weckstrom (2009). Defining Systematic Creativity, LEGO Learning Institute, Samenvatting, PDF-download
  • Dougiamas, M. (1998). Een reis naar constructivisme, http://dougiamas.com/writing/constructivism.html
  • Dougiamas, M. (1999). Moodle – een webapplicatie voor het bouwen van online cursussen van hoge kwaliteit. http://moodle.com/.
  • Eden Hal, Mike Eisenberg, Gerhard Fischer, and Alexander Repenning (1996). Leren deel laten uitmaken van het leven. Communications Of The ACM, April 1996/Vol. 39, No. 4 PDF
  • Gergen, K.J. (1995) Social Construction and the Educational Process. In L.P. Steffe & J.Gale (Eds) Constructivism in education (pp 17-39). Hillsdale, New Jersey: Lawrence Erlbaum.
  • Kay, A. (1991). Computers, netwerken en onderwijs. Scientific American, vol. 265, no. 3, pp. 100-107 (sept. 1991). PDF
  • Harel, I. and Papert, S. (Eds) (1991). Constructionisme. Ablex Publishing Corporation. Norwood, NJ.
  • Harel, Idit (2003) Building software beats using it. HTML, opgehaald, 17:17, 15 september 2006 (MEST).
  • Papert, S (1991) Voorwoord, In: I. Harel & S. Papert (Eds), Constructionism, Research reports and essays, 1985-1990 (p. 1), Norwood NJ.
  • Papert, S & Harel I. (1991) Preface, Situating Constructionism, in Harel & S. Papert (Eds), Constructionism, Research reports and essays, 1985-1990 (p. 1), Norwood NJ.
  • Papert, S. (2000). Wat is het grote idee: Naar een pedagogie van ideeënkracht. IBM Systems Journal, vol. 39, no. 3-4. PDF
  • Papert, S. (1980). Mindstorms: Children, Computers, and Powerful Ideas (Kinderen, computers en krachtige ideeën). Basic Books. Inleiding PDF
  • Papert, S. & I. Harel (1991), Constructionism, Ablex Publishing Corporation
  • Papert, S. & I. Harel (1991b), Situating Constructionism, Hoofdstuk 1 van Constructionism, HTML opgehaald, 17:17, 15 september 2006 (MEST).
  • Resnick, M., Kafai, Y., et al. (2003). Een netwerkomgeving met mediarijke programmering ter bevordering van de technologische souplesse in naschoolse centra in economisch achtergestelde gemeenschappen. Voorstel aan de National Science Foundation. PDF
  • Resnick, M. (2004). Thinking Like a Tree (and Other Forms of Ecological Thinking), International Journal of Computers for Mathematical Learning, vol. 8, no. 1, pp. 43-62. PDF
  • Steier, F. (1995) From Universing to Conversing: Een ecologisch-constructionistische benadering van leren en meervoudige beschrijving. In L.P. Steffe & J.Gale (Eds) Constructivisme in het onderwijs (pp 67-84). Hillsdale, New Jersey: Lawrence Erlbaum.
  • Williamson Ben () The participation of children in the design of new technology: a discussion paper, Futurelab, HTML – PDF, opgehaald, 17:17, 15 september 2006 (MEST)

Plaats een reactie