De traditionele economen hadden weinig belangstelling voor het analyseren van gezinseenheden. Toen de economische theorie ontoereikend bleek om het verschijnsel van de massale toetreding van vrouwen tot de beroepsbevolking te verklaren, kreeg de consumenteneconomie zowel meer aandacht als belangrijke bijdragen van economische theoretici. Belangrijke theoretische hoekstenen zijn onder meer Gary Becker’s Household Production Model, modellen van tijdsallocatie en Stigler’s information search theory.
Consumenteneconomie concludeert dat de gezinshuishoudkundigen sterk zijn beïnvloed door het meest recente “consumententijdperk”; dat was de “Moderne consumentenbeweging” van de jaren zeventig. Het verband tussen de consumenteneconomie en de consumentgerelateerde politiek is openlijk, hoewel de sterkte van het verband varieert tussen universiteiten en individuen.
Veel facetten van de consumenteneconomie worden regelmatig gemeten door het Federal Reserve System en het Bureau of Economic Analysis en zijn beschikbaar voor het publiek. Een aantal indicatoren wordt regelmatig gepubliceerd uit deze en andere academische bronnen, zoals het persoonlijk inkomen, de totale schuldenlast van huishoudens en de Consumer Leverage Ratio.
Het effect van de consumenteneconomie op de economie is een ander studiegebied in de economie. Het wordt de “consumptie-economie” genoemd, een term die bekend is uit Hazlitt’s Economics in One Lesson.