De corticobulbar tract is samengesteld uit de bovenste motorische neuronen van de hersenzenuwen. De spieren van het gezicht, het hoofd en de nek worden aangestuurd door het corticobulbarsysteem, dat eindigt op motorneuronen binnen de motorkernen van de hersenstam. Dit in tegenstelling tot de corticospinale tractus, waarbij de hersenschors in verbinding staat met spinale motorneuronen en aldus de beweging van de romp en de bovenste en onderste ledematen controleert. Van vezels die eindigen in de sensorische kernen van de hersenstam wordt gedacht dat zij de sensorische overdracht in verschillende sensorische kernen versterken of afremmen. Dit maakt selectieve aandacht of onaandacht voor verschillende stimuli mogelijk.
De corticobulbar tractus innerveert de craniale motorische kernen bilateraal, met uitzondering van de onderste gezichtskern (die de gezichtsspieren onder de ogen innerveert) en de genioglossus spier, die slechts unilateraal door de contralaterale cortex worden geïnnerveerd. Bij de kernen die bilateraal geïnnerveerd zijn, wordt een iets sterkere contralaterale verbinding waargenomen dan een ipsilaterale. De corticobulbar tractus innerveert rechtstreeks de kernen voor de hersenzenuwen V, VII, IX, en XII. De corticobulbar tractus draagt ook bij aan de motorische gebieden van de hersenzenuw X in de nucleus ambiguus.