Cradle to Cradle (C2C) gaat over afval als een eeuwige hulpbron zien en vanaf het begin het juiste doen. Het gaat erom de gemeenschap en de productontwikkeling op dezelfde manier te laten functioneren als een gezond ecologisch systeem waarin alle hulpbronnen effectief en cyclisch worden gebruikt (in tegenstelling tot het huidige lineaire systeem dat beter kan worden omschreven als een wieg-tot-graf-systeem).
Om het C2C-systeem duurzaam te laten zijn, moeten alle materialen in producten schoon worden gehouden en mogen ze niet worden gemengd. Of er moet een scheidingssysteem zijn dat kan worden toegepast nadat het artikel is weggegooid. C2C-methodologie bouwt voort op het concept dat “afval = voedsel”, wat betekent dat wat als afval wordt beschouwd, voedsel kan worden in een nieuwe productcyclus.
Deze methodologie werd in 2001 ontwikkeld door professor Michael Braungart en William McDonough en heeft als inspiratiebron gediend voor producten, gebouwen en productiesystemen.
C2C cyclische systemen
In praktische termen vereist C2C dat producten zo worden ontworpen dat alle materialen kunnen worden ingedeeld in een van de twee cyclische systemen:
Biologische cyclus
Materialen die op natuurlijke wijze worden afgebroken en kunnen worden teruggevoerd in het ecologische systeem. Voorbeelden van dergelijke materialen zijn natuurlijke vezels en biokunststoffen.
Technologische cyclus
Metalen, kunststoffen op oliebasis en chemicaliën zijn voorbeelden van waardevolle materialen die kunnen worden gerecycleerd of hergebruikt waarbij in gesloten systemen dezelfde of een betere kwaliteit wordt geproduceerd, mits ze niet worden gemengd.