Cuphea

Valse dopheide (C. hyssopifolia) vruchten met zaden

Verschillende Cuphea-soorten zijn populaire sierplanten of honingplanten. C. ignea ‘David Verity’ en C. micropetalia zijn populaire planten om kolibries aan te trekken.

Sommige soorten Cuphea worden gebruikt om cuphea-olie te produceren, van belang als bron van middellange-keten triglyceriden. Voor de meeste doeleinden is Cuphea olie identiek aan kokosolie en palmolie; deze zijn echter afkomstig van strikt tropische planten en – vooral in het laatste geval – heeft de toenemende produktie daarvan een aanzienlijke vernietiging van de habitat veroorzaakt. Cuphea kan dus een waardevolle bron van inkomsten vormen voor landbouwers in gematigde streken, en door kokos- en palmolie aan te vullen om aan de groeiende vraag te voldoen (b.v. voor de produktie van biodiesel) tegelijk de behoefte aan grootschalige houtkap in tropische landen verminderen. De eerste pogingen tot commerciële productie waren toegespitst op een interspecifieke hybride populatie afgeleid van C. lanceolata en Clammy Cuphea (C. viscosissima).

Cuphea heeft ook aangetoond de landbouwgewassen in Noord-Amerika te verbeteren wanneer het wordt gebruikt in wisselbouw. Wisselteelt wordt algemeen toegepast door boeren om de bodemkwaliteit te verbeteren, gastheerspecifieke plagen te bestrijden, en het gebruik van kunstmest en pesticiden te verminderen. Toen cuphea werd geïntroduceerd in de vruchtwisseling van maïs en tarwe, ontdekten wetenschappers van de Agricultural Research Service van de USDA dat de toevoeging van cuphea positieve effecten had op de volgende oogst, waaronder een hogere opbrengst van het gewas en gewassen die rijker zijn aan eiwitten. Dergelijk onderzoek laat zien hoe cuphea in de landbouw kan worden gebruikt om de winstgevendheid van gewassen als tarwe en maïs te verhogen.

De zaadoliën van sommige soorten zijn zeer rijk aan één bepaald vetzuur. C. painteri olie, bijvoorbeeld, bestaat voor ongeveer driekwart uit caprylzuur; C. carthagenensis olie bestaat voor ongeveer 80% uit laurinezuur. De olie van C. koehneana is wellicht de rijkste natuurlijke bron van één enkel vetzuur: 95% van de inhoud ervan bestaat uit caprinezuur. Momenteel wordt de plant niet algemeen gebruikt voor medicinale effecten; chemische analyses van de vetoliën suggereren echter dat de plant mogelijk kan dienen als algicide, schimmeldodend of antibiotisch middel. Er is ook reden om aan te nemen dat de plant effectief zou kunnen zijn als eetlustopwekker.

Plaats een reactie