Apical ballooning syndrome (ABS) is een unieke reversibele cardiomyopathie die frequent wordt geprecipiteerd door een stressvolle gebeurtenis en een klinische presentatie heeft die niet te onderscheiden is van een myocard infarct. Wij geven een overzicht van de beste gegevens over de pathofysiologie, de klinische kenmerken, het onderzoek en de behandeling van ABS. De incidentie van ABS wordt geschat op 1% tot 2% van de patiënten die zich presenteren met een acuut myocardinfarct. De pathofysiologie blijft onbekend, maar catecholaminemedieerde myocardiale bedwelming is de meest voor de hand liggende verklaring. Pijn op de borst en dyspnoe zijn de typische symptomen. Op het elektrocardiogram kan een voorbijgaande ST-elevatie worden waargenomen, en een kleine stijging van het cardiale troponine T is onveranderlijk. Typisch is hypokinesis of akinesis van het midden- en apicale segment van de linker ventrikel met sparing van de basale systolische functie zonder obstructieve coronaire laesies. Ondersteunende behandeling leidt tot spontaan snel herstel bij bijna alle patiënten. De prognose is uitstekend, en een recidief komt voor bij <10% van de patiënten. Het apicale ballon syndroom moet worden opgenomen in de differentiële diagnose van patiënten met een ogenschijnlijk acuut coronair syndroom met linkerventrikel regionale wandbewegingsafwijking en afwezigheid van obstructieve coronaire hartziekte, vooral in de setting van een stressvolle trigger.