Probleem: Baarmoederhalskanker is de tweede gynaecologische kanker Tunesische vrouwen na de borst. Het is een seksueel overdraagbare aandoening waarbij de rol van HPV bewezen is. Screening op baarmoederhalskanker is mogelijk door de toegankelijkheid van de baarmoederhals met een speculumonderzoek en de uitvoering van een baarmoederhalsuitstrijkje.
Doel van het werk: Het bestuderen van de epidemiologische en klinische gegevens van patiënten, het analyseren van de resultaten van de Pap-test, colposcopie en cervicale biopsie stadiëring zijn de laesies waargenomen in colposcopie, vergelijk de resultaten van uitstrijkjes, colposcopie en cervicale biopsie.
Methoden: Een retrospectieve analytische studie over 120 observaties van patiënten die colposcopie en biopsie van de baarmoederhals ondergingen over een periode van zeven jaar, van januari 2006 tot december 2012.
Resultaten: De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 46,6 jaar. De gemiddelde graviditeit was 4,99. De gemiddelde pariteit was 4,07. De gemiddelde leeftijd van eerste geslachtsgemeenschap was 24 jaar. 95,83% van de patiënten was getrouwd. Vier patiënten hadden meerdere partners, 3, 33%. Eenentachtig patiënten 67,5% hadden genitale activiteit. Twee patiënten hadden een voorgeschiedenis van bekkeninfectie, 1,66%. Een geschiedenis van herhaalde lage genitale infectie werden gevonden in 20 patiënten, of 16,66%. Bij twee patiënten werd een HPV-test aangevraagd. De genotypen die werden gevonden waren 16, 35 en 53. De meest voorkomende redenen waren in wezen pathologische uitstrijkjes, bekkenpijn en exploratie van bloedingen. De FCU werd bij 98 patiënten uitgevoerd, ofwel in 81,66% van de gevallen. Het uitstrijkje was pathologisch bij 83 patiënten of 84,69% van de uitstrijkjes. Hij toonde aan: een persisterend inflammatoir uitstrijkje bij 64 vrouwen, of 65,30% van de gevallen, 6 ASCUS of 6,12% van de gevallen, 13 cervicale dysplasie of 13,26% van de gevallen: 8 CIN1 of 8,16% van de gevallen; 1 CIN2 of 1,02% en 4 CIN 3, of 4,08% van de gevallen. Colposcopie was aangewezen vóór een abnormaal uitstrijkje: Bij 83 patiënten ofwel in 69,16% van de gevallen. Colposcopie werd uitgevoerd voor een abnormale verschijning van de baarmoederhals bij 37 patiënten. Colposcopie heeft geconcludeerd dat: normaal cervix in 28 patiënten of 23,33% van de gevallen, cervicitis verschijning in 15 patiënten of 12,5% van de gevallen, ectropion in 23 patiënten of 19,2% van de gevallen, met TAGI 47 patiënten of 39,2% van de gevallen, een TAG2 in 6 patiënten of 5% van de gevallen, ulceratie in een patiënt of 0,83% van de gevallen. Cervicale biopsie geobjectiveerd normale mucosa in 19 patiënten, of 15,8% van de gevallen. Ze objectiveerde cervicale metaplasie bij 11 patiënten, of 9,2% van de gevallen, ectropion bij een patiënt, of 0,8% van de gevallen, cervicitis bij 56 patiënten, of 46,7% van de gevallen, condyloma bij 2 patiënten, 1,7% van de gevallen, CIN 1 bij 6 patiënten, 5% van de gevallen, CIN2 bij 4 patiënten, soit3,3% van CIN3 en bij 3 patiënten, 2,5% van de gevallen. FCU had een sensitiviteit van 60%, een specificiteit van 95,18%, een positief voorspellende waarde van 69% en een negatief voorspellende waarde van 93%. De sensitiviteit van colposcopie was 66% en de specificiteit 59%. Positieve voorspellende waarde van 18% en een negatieve voorspellende waarde van 92%. Voor hooggradige dysplasie had colposcopie een sensitiviteit van 85%, een specificiteit van 58%, een positief voorspellende waarde van 11,3% en een negatief voorspellende waarde van 98%. Cervixbiopsie vindt carcinoma in situ in twee gevallen en squameus micro-invasief carcinoom in één geval. De behandelingen werden in hoofdzaak uitgevoerd een cervicale elektrocoagulatie bij 8 patiënten, een kegelbiopsie bij 7 patiënten en hysterectomie na conisatie bij 2 patiënten.
Conclusie: Colposcopie is een onschadelijk en betrouwbaar onderzoek om de cervicale biopsie te begeleiden. Sporen uitstrijkje, colposcopie en gerichte biopsie bevestigd.