In cultuur wordt de plant gewoonlijk behandeld als een eenjarige die uit zaad moet worden geteeld, maar haar knolvormige wortels (die enigszins doen denken aan die van de gecultiveerde Dahlia) kunnen voor bevriezing worden behoed en in het voorjaar van het volgende jaar worden uitgeplant.
Datura innoxia bevat, evenals andere Datura-soorten, de zeer giftige alkaloïden atropine, hyoscine (scopolamine), en hyoscyamine. De Azteken noemden de plant met de Nahuatl namen toloatzin en toloaxihuitl (vert. “de plant met het knikkende hoofd” – een verwijzing naar de knikkende zaadcapsules) en gebruikten de plant al lang voor de Spaanse verovering van Mexico voor vele therapeutische doeleinden, zoals kompressen voor wonden waarbij de plant als anodne werkt. Hoewel de Azteken waarschuwden tegen waanzin en “diverse en ijdele fantasieën”, gebruikten veel Indianen de plant als entheogeen voor hallucinaties en overgangsrituelen. De alkaloïden van deze planten lijken sterk op die van mandragora, dodelijke nachtschade en hennikskruid, eveneens zeer giftige planten die in de oudheid voorzichtig werden gebruikt voor effectieve pijnbestrijding.
Datura intoxicatie veroorzaakt gewoonlijk een compleet onvermogen om realiteit van fantasie te onderscheiden (delirium, in tegenstelling tot hallucinatie); hyperthermie; tachycardie; bizar, en mogelijk gewelddadig gedrag; en ernstige mydriasis met als gevolg pijnlijke fotofobie die verscheidene dagen kan duren. Uitgesproken geheugenverlies is een ander vaak gemeld effect. De variatie in toxinen van plant tot plant kan gemakkelijk 5:1 bedragen, en de toxiciteit van een bepaalde plant is afhankelijk van de leeftijd, de groeiplaats en de plaatselijke weersomstandigheden. Deze grote variaties maken Datura buitengewoon gevaarlijk voor gebruik als drug. In traditionele culturen moesten gebruikers over veel ervaring en gedetailleerde plantenkennis beschikken om geen schade te ondervinden van het gebruik. Dergelijke kennis is niet algemeen beschikbaar in moderne culturen, zodat veel ongelukkige incidenten het gevolg zijn van het innemen van Datura. In de jaren 1990 en 2000 verschenen in de media van de Verenigde Staten verhalen van adolescenten en jongvolwassenen die stierven of ernstig ziek werden door het opzettelijk innemen van Datura.
De plant is over de hele wereld ook aangeplant als sierplant vanwege zijn aantrekkelijke grote bladeren, grote witte bloemen, en kenmerkende stekelige vruchten. De plant wordt nu echter op verschillende plaatsen als een invasieve soort beschouwd. Vanwege de gelijkenis van haar levenscyclus met die van katoen is zij bijvoorbeeld een plaag in katoenvelden. Het is ook een potentiële besmettingsbron voor zaden.