De Kaukasische Krijtcirkel, een toneelstuk bestaande uit een proloog en vijf scènes van Bertolt Brecht, voor het eerst opgevoerd in het Engels in 1948 en in het Duits als Der kaukasische Kreidekreis in 1949. Het werk is gebaseerd op het toneelstuk Der Kreidekreis (1924) van de Duitse schrijver Klabund, zelf een vertaling en bewerking van een Chinees toneelstuk uit de Yuan-dynastie (1206-1368).
Brechts stuk speelt zich af binnen de context van een geschil over land dat na de Tweede Wereldoorlog door twee communes in de Sovjet-Unie wordt opgeëist. De belangrijkste handeling van het stuk bestaat uit een parabel die wordt opgevoerd om de beslissing in het geschil te vieren. De parabel, die zich afspeelt tijdens een feodale opstand in de 13e eeuw, gaat over de strijd van twee vrouwen over de voogdij van een kind. Het geschil tussen de vrouw van de landvoogdes, die het kind tijdens de opstand in de steek heeft gelaten, en de jonge bediende die het kind heeft gered en voor hem heeft gezorgd, wordt beslecht door een excentrieke rechter die het kind in een cirkel van krijt plaatst en verklaart dat de vrouw die het kind uit de cirkel kan trekken, de voogdij krijgt. Wanneer de bediende, die het kind geen kwaad wil doen, het kind aan de vrouw van de gouverneur geeft, krijgt zij het kind, omdat zij meer liefde heeft getoond dan de natuurlijke moeder.