Het is bekend dat deze uitdrukking al in de 12e eeuw werd gebruikt. Zij kan in verband worden gebracht met de talrijke legenden over vrome vrouwen die zichzelf verminkten om hun maagdelijkheid te beschermen. Tot deze gevallen behoren de heilige Eusebia, de heilige Ebba, de heilige Oda van Henegouwen en de heilige Margaretha van Hongarije.
Een voorbeeld van deze gevallen is dat van de heilige Ebba (soms Æbbe de Jongere genoemd), de moeder-overste van het klooster van de Priorij van Coldingham. In het jaar 867 landden Vikingpiraten uit Zeeland en Uppsala in Schotland. Toen het nieuws van de overval de heilige Ebba bereikte, verzamelde zij haar nonnen en spoorde hen aan zichzelf te verminken, zodat zij onaantrekkelijk zouden zijn voor de Vikingen. Op deze manier hoopten zij hun kuisheid te beschermen. Zij demonstreerde dit door haar neus en bovenlip af te snijden, en de nonnen gingen verder met hetzelfde te doen. De Vikingovervallers walgden er zo van dat ze het hele gebouw met de nonnen erin platbrandden.
Het was in de Middeleeuwen niet ongewoon dat iemand de neus van een ander afsneed om verschillende redenen, waaronder straf van de staat, of als daad van wraak. De cognitieve wetenschapper Steven Pinker merkt op dat de uitdrukking uit deze praktijk kan zijn voortgekomen, omdat in die tijd “het afsnijden van iemands neus de prototypische daad van wrok was.”
De uitdrukking is sindsdien een algemene term geworden voor (vaak onverstandige) zelfvernietigende handelingen die louter door woede of wraakzucht worden gemotiveerd. Als een man bijvoorbeeld boos was op zijn vrouw, zou hij hun huis in brand kunnen steken om haar te straffen; maar het afbranden van haar huis zou ook betekenen dat het zijne in brand wordt gestoken, samen met al hun bezittingen.
In de uitgave van 1796 van Grose’s Classical Dictionary of the Vulgar Tongue wordt “Hij sneed zijn neus af om wraak te nemen op zijn gezicht” gedefinieerd als “iemand die, om wraak te nemen op zijn naaste, zichzelf wezenlijk heeft verwond.” Het woord “gezicht” wordt hier gebruikt in de betekenis van “eer.”