De zoektocht naar de oorzaken (etiologieën) van menselijke ziekten gaat terug tot de oudheid. Hippocrates, een Griekse arts uit de 4e en 5e eeuw v. Chr., zou de eerste zijn geweest die de opvatting huldigde dat ziekte geen bezoek van de goden is, maar wordt veroorzaakt door aardse invloeden. Wetenschappers hebben sedertdien voortdurend gezocht naar de oorzaken van ziekten en hebben inderdaad de oorzaken van vele ziekten ontdekt.
Bij de ontwikkeling van een ziekte (pathogenese) is meer betrokken dan louter blootstelling aan een oorzakelijk agens. Een kamer vol mensen kan worden blootgesteld aan een verkoudheidslijder, maar slechts een of twee zullen later een verkoudheid ontwikkelen. Veel gastheerfactoren bepalen of het agens al dan niet ziekte zal induceren. Zo spelen bij de pathogenese van ziekte de weerstand, immuniteit, leeftijd en voedingstoestand van de blootgestelde persoon, alsmede de virulentie of toxiciteit van het agens en het niveau van blootstelling, alle een rol bij het bepalen of ziekte zich ontwikkelt.
In de volgende hoofdstukken zullen de vele soorten ziekten bij de mens in categorieën worden verdeeld, en in elk daarvan zullen slechts enkele voorbeelden worden gegeven om de aard van het proces vast te stellen. Deze categorieën zijn verdeeld op grond van de veronderstelde etiologie van de ziekte. Vele ziekten zijn nog van onbekende (idiopathische) oorsprong. Bij andere kan de oorzaak wel worden vermoed, maar nog niet definitief bewezen. In enkele gevallen is de ontdekking van de etiologie van een ziekte de individuele prestatie van een eenzame onderzoeker die vele jaren aan het probleem heeft gewerkt; het verhaal van Louis Pasteur en de ontdekking van de oorzaak van anthrax is een klassiek voorbeeld. Vaker nog staat de individuele onderzoeker die de uiteindelijke doorbraak maakt, op de schouders van honderden vroegere werkers die stukjes en beetjes kennis leverden die van vitaal belang waren voor het uiteindelijke inzicht.