Atypische aangezichtspijn is een verzamelnaam die gebruikt wordt voor anderszins niet classificeerbare pijnsyndromen van het aangezicht. Het beschrijft meestal unilaterale lancerende en brandende pijn, die constant aanwezig is maar fluctueert in intensiteit en kan gepaard gaan met dys-or paresthesieën over een periode van meerdere jaren. Vrouwen worden vaker getroffen dan mannen. Opvallend veel invasieve onderzoekprocedures worden verricht voordat de definitieve diagnose wordt gesteld. Psychopathologische afwijkingen zijn frequent en bestaan niet alleen uit gemaskeerde depressie. Tot op heden is er geen genezing voor atypische aangezichtspijn. Meestal worden tricyclische antidepressiva zoals amitriptyline en imipramine, MAO-remmers of anticonvulsiva zoals carbamazepine en fenytoïne gebruikt, die alleen de pijn verlichten. Dit geldt ook voor gedragstherapie, die de eerstelijnsbehandeling zou moeten zijn. Elke invasieve interventie moet worden vermeden. In de differentiaal diagnose moet atypische aangezichtspijn onderscheiden worden van cervicogene of cluster hoofdpijn, en ook van intracraniële tumoren van de n. trigeminus of de hoek cerebellair-pontine, erosieve tumoren van de schedelbasis, orbitas en nasofarynx.