– Discussie:
– distale radius fractuur met dislocatie van radiocarpale gewricht;
– meest voorkomende frx dislocatie van het polsgewricht;
– gecomminueerde frx van distale radius kan zowel anterieure als posterieure cortex betreffen en kan zich uitstrekken in het polsgewricht;
– frx dislocatie of subluxatie waarbij de rand van distale radius, dorsaal of volair is verplaatst met de hand en carpus;
– het komt vaak voor samen met een radiale styloïd frx;
– het verschilt van Colles’ of Smith’s Fractuur in die zin dat de dislocatie de meest opvallende radiografische bevinding is;
– in de meeste gevallen is de marginale frag kleiner dan bij een anterieur letsel &- betreft vaak mediaal aspect waar EPL de distale radius kruist;
– Radiografieën:
– Niet-operatieve behandeling:
– veel van deze breuken falen bij niet-operatieve behandeling;
– manipulatieve reductie is dezelfde als voor Colles fractuur;
– stabiliteit van reductie van dorsale Barton breuk wordt het best verkregen met extensie van de pols om te profiteren van intact volair carpaal ligament;
– immobilisatie gedurende 6 weken in korte arm gipsverband;
– Operatieve behandeling:
– wordt het best behandeld door gesloten reductie, toepassing van externe fixatie, gevolgd door percutane pin insertie;
– indien reductie niet anatomisch is, kan rafelen van de pees op dit niveau tot late ruptuur leiden;
– neiging tot redisplace kan ORIF via dorsale benadering vereisen
– ref: Case-control studie over T-vormige vergrendeling interne fixatie en externe fixatie voor de behandeling van dorsale Barton fractuur
Anterieure en posterieure marginale fractuur-dislocaties van de distale radius. Een analyse van de resultaten van behandeling.
Barton’s fracturen – omgekeerde Barton’s fracturen. Verwarrende eponiemen.
Barton’s fracturen.