Endoscopische retrograde cholangiopancreatografie (ERCP)

Endoscopische retrograde cholangiopancreatografie (ERCP) is een onderzoek dat wordt gebruikt om de galblaas, de galbuis, de alvleesklier en de alvleesklierbuis te bekijken en zo nodig een biopsie te verrichten. Tijdens de ingreep kunnen ook kleine chirurgische ingrepen worden verricht.

Voorbereiding op een ERCP

In de regel wordt u voor de poliklinische ingreep licht verdoofd en zult u zich van de gebeurtenis weinig meer kunnen herinneren. Meestal wordt u gevraagd een aantal uren voor de procedure te vasten, zodat uw maag leeg is. Laat uw arts weten of u allergisch bent voor antibiotica of andere geneesmiddelen, of voor intraveneuze contrastvloeistof. Omdat bij de procedure röntgenstralen worden gebruikt, is het belangrijk dat u uw arts vertelt of u zwanger zou kunnen zijn. Omdat er een kalmerend middel wordt gebruikt, moet iemand u na de ingreep naar huis brengen – en mag u de volgende dag pas autorijden.

Hoe wordt ERCP uitgevoerd?

Bij ERCP leidt de arts een endoscoop – een lange, dunne, flexibele buis met een lampje aan het uiteinde – door uw slokdarm, door uw maag en tot in de twaalfvingerige darm. De arts kijkt dan door de endoscoop om de duodenale papil (ampulla van Vater) te vinden. Dit is het punt waar de pancreaskanaal (van de alvleesklier) en de gemeenschappelijke galbuis (van de galblaas en de lever) hun afscheiding in de twaalfvingerige darm legen.

Nadat de arts de papil van de twaalfvingerige darm heeft gevonden, zal hij een klein plastic buisje, een katheter genaamd, door de endoscoop naar beneden leiden en hiermee speciale kleurstof in de pancreas- en galwegen injecteren. De speciale kleurstof is een contraststof die te zien is op röntgenfoto’s die de arts maakt.

Waarom wordt ERCP gedaan?

De röntgenfoto’s kunnen galstenen of verstoppingen in de galbuis aantonen en een vernauwing of verstopping van de alvleesklierbuis aantonen. ERCP kan worden gebruikt bij de diagnose van pijn in de bovenbuik, pancreatitis en kanker van de alvleesklier.

Galstenen

Als op de röntgenfoto’s een galsteen in de gemeenschappelijke galbuis te zien is, kan de arts de steen verwijderen door een piepklein instrument in de endoscoop te brengen en een snede te maken door de spier die de opening van de galbuis omgeeft (sphincterotomie). De steen wordt via de snede verwijderd en opgevangen in een klein mandje of door de darm geleid. Het mandje wordt verwijderd door het door de endoscoop naar buiten te trekken.

Een sphincterotomie zorgt er ook voor dat de galbuis vrijer kan afvloeien, of wordt gedaan om een drainagebuisje, een stent genaamd, in te brengen. U moet waarschijnlijk een paar dagen in het ziekenhuis blijven als u een sfincterotomie ondergaat.

Blokkades en vernauwingen

Op de röntgenfoto’s kan een vernauwing (strictuur genoemd) of blokkade van een galbuis te zien zijn die de vrije stroom van gal verhindert. In deze gevallen kan de arts via de endoscoop een stent inbrengen. Een stent is een smal plastic buisje dat in het kanaal wordt ingebracht om het open te houden en ervoor te zorgen dat de gal op normale wijze door het kanaal en in de darm kan stromen.

Biopsie

De arts kan ook een klein monster weefsel (biopsie) of vloeistof nemen voor analyse door het pathologielaboratorium, via de endoscoop indien nodig.

Risico’s van ERCP

ERCP is een veel voorkomende procedure die over het algemeen veilig is wanneer deze wordt uitgevoerd door getrainde artsen. Er is een klein risico op complicaties zoals pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), infectie, bloeding en perforatie van de darm. Sommige mensen kunnen reageren op het kalmeringsmiddel. Uw arts zal de risico’s van ERCP vóór de procedure met u bespreken.

Als u na de procedure complicaties ondervindt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of met het ziekenhuis. Pancreatitis, die ernstige buik- en rugpijn veroorzaakt, kan tot 2 dagen na de procedure optreden en u moet contact opnemen met het ziekenhuis als u deze pijn hebt.

Plaats een reactie