Gekonfijt fruit bestaat al sinds de 14e eeuw. Hele vruchten, kleinere stukken fruit of stukjes schil worden in verhitte suikersiroop gelegd, waardoor het vocht uit de vrucht wordt geabsorbeerd en uiteindelijk wordt geconserveerd. Afhankelijk van de grootte en het soort fruit, kan dit conserveringsproces enkele dagen tot enkele maanden duren. Dankzij dit proces behoudt het fruit zijn kwaliteit tot wel een jaar.
gekonfijt fruit, geglaceerd fruit
zoetwaren
fruit of schillen, siroop
Het voortdurende proces van het doordrenken van het fruit in siroop zorgt ervoor dat het fruit verzadigd raakt met suiker, en voorkomt de groei van bederf veroorzakende micro-organismen door de ongunstige osmotische druk die hierdoor ontstaat.
Vruchten die vaak worden gekonfijt zijn onder meer dadels, kersen, ananas, alsmede de gemberwortel. De belangrijkste gekonfijte schillen zijn sinaasappel en citroen; deze zijn samen met gekonfijte citroenschillen de gebruikelijke ingrediënten van gemengde gehakte schillen (die ook geglaceerde kersen kunnen bevatten).
Recepten verschillen van streek tot streek, maar het algemene principe is het fruit te koken, het een aantal weken in steeds sterkere suikeroplossingen te laten weken, en vervolgens het resterende water af te drogen.