Daniël 10:10-19
Daniëls grote bezorgdheid voor zijn volk wordt duidelijk als hij ons vertelt over een visioen dat de Heer hem gaf. Ten tijde van dit visioen schat men dat Daniël ongeveer 85 jaar oud was.
Het was ongeveer een jaar geleden dat bijna 50.000 Joden naar huis waren gegaan om hun land en de tempel weer op te bouwen. Hij had waarschijnlijk gehoord dat het volk obstakels ondervond bij de herbouw van de tempel, en hij wist dat ze zelfs in de beste omstandigheden voor een enorme onderneming stonden.
Daniël geloofde God, maar hoe zou alles uitpakken in het licht van de profetie van Jeremia? Zouden de mensen die naar Israël terugkeerden God vertrouwen?
Het was in deze tijd waarin Daniël zulke vragen had, dat de Heer de profeet een visioen gaf en hij was er zeker van “dat het ding waar was, maar de bestemde tijd was lang.” Hij begreep dat hij niet in staat zou zijn het hele plan van God te zien ontvouwen, maar Daniël geloofde dat alles zou gebeuren volgens de wil van God. Dit is een illustratie van ons gebedsleven. Gewoonlijk krijgen wij niet onmiddellijk antwoord op ons gebed. In plaats daarvan komen Gods antwoorden volgens Zijn tijdschema en dat kan een lange periode beslaan.
Daniël vastte en bad drie weken lang. Na deze tijd van gebed stond hij aan de oever van de rivier de Tigris, waar hij een man zag met een glorieuze verschijning. De aanwezigheid van deze man was zo krachtig dat de mannen die bij Daniël waren, wegvluchtten, hoewel zij de man niet zagen.
Daniël zei dat hij met zijn gezicht naar de grond lag toen hij voelde dat iemand hem aanraakte, en hij werd op handen en knieën gebracht. De man, die een engel was, zei Daniël op te staan.
God hoorde Daniëls gebed en het was in antwoord op zijn gebed dat de engel in dit visioen tot hem kwam. Hij zou er eerder geweest zijn, zei de engel, maar hij werd eenentwintig dagen vastgehouden door “de vorst van het koninkrijk Perzië”. Wij zien niet welke oorlog er in het geestelijke rijk wordt gevoerd, maar volgens dit visioen zijn er hevige gevechten waarin Satan en zijn strijdkrachten proberen de wil van God te verstoren.
De vorst van Perzië was er om Gods volk in moeilijkheden te brengen, en hij zou de engel die tot Daniël sprak hebben tegengehouden, ware het niet dat de engel Michaël hem te hulp kwam.
Hij kwam Daniël vertellen “wat uw volk zal overkomen in de laatste dagen.” Daniël zei dat hij niet meer kon spreken en dat al zijn lichamelijke kracht hem verliet, maar de engel raakte hem aan en herstelde zijn vermogen om te spreken en te bewegen.
Wat we uit dit Schriftgedeelte leren over Daniëls ervaring is interessant, maar wat zegt het ons? In de eerste plaats kan het belang van het gebed niet genoeg worden benadrukt. We moeten het serieus nemen en weten dat God ons hoort en op ons antwoordt. God geeft veel om ons en antwoordt op onze noden.
Als we bidden, laten we dan altijd denken aan de woorden van de psalmist: “De Heer staat aan mijn zijde, ik vrees niet, wat kan de mens mij doen?” (Psalm 118:6)
De zondagsschoolles is geschreven door Ed Wilcox, voorganger van Centerville Baptist Church. Hij is te bereiken op [email protected].