Een hallux valgus (meervoud: halluces valgi) is een vaste abductie van het eerste metatarsofalangeale gewricht van de grote teen. Het is meestal te wijten aan metatarsus primus varus wat een mediale deviatie of adductie van het eerste metatarsale is met een verhoogde eerste-tweede metatarsale hoek.
Radiografische kenmerken
Plain radiograph
Een normale eerste metatarsofalangeale hoek is ≤15° op een AP gewichtdragende voet radiografie 2; alles groter wijst op hallux valgus waarbij de kop van het eerste metatarsale mediaal is gedivergeerd. De intermetatarsale hoek moet <9° zijn op een gewichtdragende röntgenfoto van voet 2.
Andere geassocieerde radiografische kenmerken zijn:
- laterale subluxatie van de basis van de eerste proximale phalanx ten opzichte van de kop van het eerste middenvoetsbeentje
- de prominentie van het mediale aspect van de kop van het eerste middenvoetsbeentje wordt aangeduid als de mediale eminentie
- dorsale angulatie van het eerste middenvoetsbeentje (op de laterale projectie)
- laterale subluxatie van de hallux sesamoïden
- secundaire osteoartritis van het eerste MTP-gewricht, meestal met een mediale osteofyt
- eerste MTP-gewricht mediale weke delen zwelling die synoviale verdikking en bursitis vertegenwoordigt (presenteert zich klinisch als een bunion)
- tweede middenvoetsbeentje dorsaal klauwen en corticale hyperostose als gevolg van verhoogde stress door veranderde biomechanica
Er is een nauw verband tussen de mate van metatarsus primus varus en hallux valgus. De gecombineerde misvormingen zijn bij de meeste patiënten in enige mate aanwezig. Hallux valgus kan een gevolg zijn van metatarsus primus varus, en chirurgische correctie is vaak gebaseerd op deze theorie.
Behandeling en prognose
Nonchirurgische behandeling bestaat uit het gebruik van accommoderend schoeisel. Dit wordt meestal bereikt door het gebruik van zachte en brede schoenen. Hoewel soms orthesen worden voorgeschreven, zijn er minimale aanwijzingen dat het gebruik ervan de progressie van de ziekte zal voorkomen 6. Niet-chirurgische behandeling wordt geacht te hebben gefaald wanneer de pijn niet langer onder controle wordt gehouden met de voorgestelde maatregelen. In dat geval wordt chirurgische behandeling aanbevolen.
Het type chirurgische ingreep dat wordt aanbevolen zal worden bepaald door de ernst van de misvorming en de aanwezigheid van artritis in het 1e metatarsofalangeale gewricht. Bij minimale misvorming en geen artritis kan een distale metatarsale osteotomie van de 1e metatarsale +/- proximale phalanx worden overwogen. Een proximale 1e metatarsale osteotomie maakt een grotere correctie mogelijk en wordt dus gebruikt bij ernstiger misvorming. In gevallen waar het 1e MTP-gewricht reeds gedegenereerd is of wanneer er een recidief van de ziekte is, kan een fusieprocedure worden overwogen 6.