Doel: Het melden van een geval van gebruik van hoge-dosis carisoprodol tijdens de zwangerschap en borstvoeding.
Samenvatting van het geval: Een 28-jarige vrouw met ernstige spierspasmen in de rug nam carisoprodol 2800 mg/dag voor en tijdens een ongecompliceerde zwangerschap en terwijl ze uitsluitend borstvoeding gaf aan haar zuigeling tijdens de eerste maand na de geboorte. Serumconcentraties van carisoprodol en de actieve metaboliet meprobamaat werden gemeten bij de moeder en de zuigeling. Concentraties van deze middelen werden ook gemeten in de moedermelk. Ontwikkelingstoxiciteit werd niet waargenomen bij het pasgeboren kind, waarvan het geboortegewicht op het 10e percentiel voor de zwangerschapsduur lag. Slechts een lichte sedatie werd waargenomen bij de zuigeling tijdens de borstvoeding, en geen tekenen of symptomen van ontwenning werden waargenomen toen de borstvoeding werd gestopt.
Discussie: Carisoprodol en meprobamaat worden uitgescheiden in de moedermelk. Hoewel de gepubliceerde gegevens over zwangerschap bij de mens beperkt zijn tot 15 gevallen, lijkt carisoprodol geen ontwikkelingstoxiciteit te veroorzaken (groeirestrictie, structurele afwijkingen, functionele/neurogedragsstoornissen of overlijden), zelfs niet wanneer de moeder hoge doses gebruikt. Er werden geen tekenen of symptomen van ontwenning waargenomen bij onze zuigeling of in een eerder gepubliceerd geval toen de borstvoeding werd stopgezet. Langdurige follow-up is niet uitgevoerd bij blootgestelde zuigelingen, en de mogelijkheid van functionele/neuro-gedragsstoornissen die later in het leven optreden kan niet worden uitgesloten.
Conclusies: Behalve milde sedatie, werd geen andere toxiciteit waargenomen bij een pasgeborene blootgesteld aan carisoprodol gedurende de zwangerschap en tijdens de borstvoeding in de eerste maand na de geboorte.