Tapiocazetmeel wordt verkregen uit de wortels van de cassaveplant, die voorkomt in equatoriale streken tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring. De naam cassave wordt over het algemeen toegepast op de wortels van de plant, terwijl tapioca de naam is die gegeven wordt aan het zetmeel en andere verwerkte producten. Het grote centrale merg van de cassavewortels is het zetmeelresiderende vruchtvlees en kan in zetmeelgehalte variëren van zo laag als 15% tot zo hoog als 33%. Het machinepark voor de verwerking van tapioca is zeer gevarieerd. Er zijn goed uitgeruste fabrieken die gebruik maken van lokale, op maat gebouwde apparatuur voor de verwerking van wortels, productstromen, bijprodukten en afvalwater. Tapiocazetmeel onderscheidt zich van andere zetmelen door het lage gehalte aan reststoffen, het lagere amylosegehalte dan bij andere amylosebevattende zetmelen, en het hoge molecuulgewicht van amylose en amylopectine. Zetmeelmodificaties kunnen worden ingedeeld in fysische modificaties, chemische modificaties en genetische modificaties. De grootste verscheidenheid aan toepassingen van tapiocazetmeel is te vinden in de voedingsindustrie. Als ingrediënt in levensmiddelen wordt natuurlijk en gemodificeerd tapiocazetmeel op grote schaal gebruikt. Andere voedseltoepassingen maken over het algemeen gebruik van tapiocazetmeel als verdikkingsmiddel en stabilisator, met speciale nadruk op het feit dat tapiocazetmeel geen smaakbijdrage levert aan voedselsystemen, waardoor de smaak van het voedsel zelf volledig en onmiddellijk kan worden waargenomen. Het gebruik van tapiocazetmeel in industriële toepassingen heeft meer te maken met economie dan met een unieke functionaliteit. De papierfabricage-industrie en de textielindustrie zijn belangrijke gebruikers van zetmeel.