Identification of a High-Risk Anterior Tibial Stress Fracture

De patiënt was een uitgezonden 34-jarige vrouwelijke soldaat die zich bij de fysiotherapeut van haar eenheid meldde met als voornaamste klacht bilaterale pijn aan het voorste scheenbeen gedurende de afgelopen 8 weken. De patiënte meldde een sluipend begin van de symptomen geassocieerd met een recente toename van loopactiviteiten. Terwijl de patiënte een niet-antalgische gang had, was er pijn bij palpatie over de anterieure midtibiale regio’s bilateraal, die opvallend erger was aan de rechter onderste extremiteit in vergelijking met de linker.

Omdat men zich zorgen maakte over een stressfractuur, werden radiografische opnamen van de bilaterale tibia en fibula (anterior-to-posterior en laterale opnamen) gemaakt, die corticale verdikking onthulden door de anterieure midtibiale regio’s bilateraal, consistent met stress reactieve veranderingen. Bovendien werd een transversale lucency door de anterieure cortex van het anterieure rechter midtibiale gebied opgemerkt, wat overeenkwam met een stressfractuur (FIGUREN 1 en 2). In de orthopedische literatuur wordt deze transversale lucency vaak de “gevreesde zwarte lijn” genoemd, omdat deze bevinding wordt geassocieerd met een slechte prognose en een verhoogde kans op een volledige fractuur, vertraagde genezing of nonunion.1,2 Daarom moest bij de behandeling van dit letsel onmiddellijk bescherming worden gezocht.

FIGUUR 1. Anterior to posterior conventioneel radiografisch beeld van de bilaterale tibia en fibula, waarbij bilateraal een corticale verdikking te zien is in de midtibiale regio’s, consistent met stressreactieve veranderingen (pijlen). Bovendien werd een transversale lucency door de cortex van het rechter midtibiale gebied waargenomen, hetgeen consistent was met een stressfractuur.
FIGUUR 2. Laterale conventionele radiografische foto van de rechter tibia en fibula, waarop een verdikking van de corticale cortex in het voorste midtibiale gebied te zien is, die overeenkomt met stressreactieve veranderingen, en een transversale lucency in de cortex van het voorste midtibiale gebied, die overeenkomt met een stressfractuur (pijl).

De patiënte werd onmiddellijk in het gips gezet met een kort been en kreeg strikte instructies om niet te gaan lopen zonder gewicht te dragen. Ze werd vervolgens geëvacueerd naar haar thuisbasis voor overleg met een orthopedisch chirurg om te bepalen of chirurgisch ingrijpen gerechtvaardigd was.

Dit verslag illustreert het belang van het identificeren van stressfracturen die als hoog-risico worden beschouwd. Hoewel de stressfractuur duidelijk zichtbaar was op de beelden van deze patiënt, kan een stressfractuur niet altijd worden gedetecteerd op röntgenfoto’s, vooral niet in de vroege stadia na het begin van de symptomen. Daarom kunnen meer geavanceerde beeldvormingsmethoden (scintigrafie, computertomografie, magnetische resonantiebeeldvorming) noodzakelijk zijn om radiografisch occulte stressfracturen eerder in het klinische beloop op te sporen. ⊙

J Orthop Sports Phys Ther 2010;40(12):833. doi:10.2519/jospt.2010.0420

  • 1. Boden BP, , Osbahr DC. and High-risk stress fractures: evaluation and treatment. J Am Acad Orthop Surg. 2000; 8: 344- 353. Crossref Medline Google Scholar
  • 2. Green NE, , Rogers RA, , Lipscomb AB. and Nonunions of stress fractures of the tibia. Am J Sports Med. 1985; 13: 171- 176. Crossref Medline Google Scholar

Plaats een reactie