Mieren op stelten! Dat lijkt misschien iets voor een vlooiencircus, maar voor wetenschappers is het een echte manier geworden om een mini-mysterie op te lossen.
Stelt u zich een mier in de woestijn voor, die zijn nest verlaat en voedsel zoekt tussen het verschuivende zand en de stijgende temperaturen. Het pad van de mier slingert en kronkelt over het zanderige terrein tot hij een hapje vindt – en dan gaat hij regelrecht terug naar het nest. Maar hoe weet ze waar ze heen moet?
Advertentie
“Terugnavigeren is heel moeilijk,” zegt Nick Bos, een mierenonderzoeker aan de Universiteit van Helsinki. “Door het verschuivende zand worden alle chemische sporen weggevaagd, dus je kunt niet navigeren op basis van chemicaliën.”
Om het nog moeilijker te maken, hebben woestijnmieren geen herkenningspunten die hen naar huis kunnen leiden. “Bosmieren gebruiken het bladerdak van het bos voor navigatie, door te peilen hoe het licht door het bladerdak valt, wat niet mogelijk is in een woestijn,” zegt Bos.
>
Zelfs zonder het voordeel van deze navigatie-instrumenten, heeft een woestijnmier het geheimzinnige vermogen om de meest directe terugweg naar zijn nest te berekenen, ongeacht hoe ver of omslachtig het pad ook is. “
In een studie uit 2006 besloot een team van wetenschappers van de Universiteit van Ulm in Duitsland en de Universiteit van Zürich in Zwitserland de mieren op de proef te stellen. Ze onderschepten woestijnmieren uit de Sahara (Cataglyphis fortis) op hun weg terug naar hun nest en gebruikten vervolgens stijf varkenshaar om Lilliputiaanse stelten voor hun poten te maken. Vervolgens brachten de wetenschappers de mieren terug naar de grond en keken toe hoe de mieren zich met hun nieuwe lange poten naar hun nest haastten. Zonder mankeren overschreden de mieren hun beoogde bestemming.
Wetenschappers veronderstelden dat, omdat de poten van de mieren nu langer leken met de stelten eraan, het lopen van hetzelfde aantal stappen hen verder bracht dan ze van plan waren. Zouden de mieren hun stappen “tellen”?
Om deze hypothese te testen, amputeerden wetenschappers gedeeltelijk de poten van andere woestijnmieren, waardoor ze kleinere stappen moesten zetten, en keken vervolgens hoe ze naar hun nest reisden. Als gevolg van de kortere poten leken de mieren te vroeg te beseffen dat ze de plaats hadden bereikt waar hun nest zou moeten zijn, terwijl ze in feite nog een afstand te gaan hadden.
Wetenschappers concludeerden dat de woestijnmieren een ingebouwde stapintegrator moeten hebben die hen een gevoel van afstand geeft. Hoewel de mieren hun stappen niet tellen, lijken ze deze natuurlijke kilometerteller te gebruiken om te berekenen hoeveel stappen ze nog moeten zetten om thuis te komen.
Advertentie