Doelstelling: De verbeelding in een dier veranderd te worden of een dier te zijn wordt lycantropie genoemd. Het fenomeen wordt voorgesteld en psychodynamische aspecten worden besproken.
Methode: Een literatuuronderzoek vormt de basis van deze bespreking van een psychopathologisch verschijnsel.
Resultaten: De lycantropische symptomatologie vertegenwoordigt een spectrum van continuïteit van ontwikkelings- en cultuurafhankelijk normaal gedrag via deelvormen naar het complete beeld van lycantropie. Het wordt waargenomen bij verschillende psychische stoornissen.
Conclusie: Lycantropie wordt door de auteurs geïnterpreteerd als een waanidee in de zin van de zelf-identiteitsstoornis gedefinieerd door Scharfetter. Het komt vooral voor bij affectieve en schizofrene stoornissen maar kan ook een symptoom zijn van andere psychiatrische stoornissen. Psychodynamisch kan dit soort waan worden geïnterpreteerd als een poging om onderdrukte affecten, vooral met agressieve of seksuele inhoud, te projecteren in de figuur van een dier. Psychotherapie en/of neuroleptische medicatie kunnen effectief zijn.