Beschrijving
Plaatjes zijn essentieel voor de beginfase van de hemostase. Trombocytenconcentraten bevatten ook ongeveer 60 ml plasma en kleine aantallen rode bloedcellen en leukocyten. Trombocyteneenheden moeten op kamertemperatuur worden gehouden en tijdens de opslag worden geschud.
Vergrote trombocytenconcentraten van willekeurige donors worden bereid uit trombocyten die zijn geoogst door eenheden volbloed te centrifugeren. Tot 8 eenheden bloedplaatjes, elk van een afzonderlijke donor, kunnen voor transfusie in één zak worden samengevoegd. Trombocyten vervallen 4 uur na samenvoeging. Alle eenheden zijn van hetzelfde ABO-type. Als ABO-compatibele bloedplaatjes niet beschikbaar zijn, kunnen ABO-incompatibele bloedplaatjes met zeer weinig risico worden vervangen. De gebruikelijke dosis voor volwassenen is 4-6 eenheden samengevoegde trombocyten van een willekeurige donor.
Aferesebloedplaatjes worden bij één enkele donor afgenomen en zijn gelijkwaardig aan ~4-6 samengevoegde eenheden. Een aferesebloedplaatjesconcentraat bevat 200-400 ml plasma. Ze kunnen worden verzameld als een willekeurige eenheid (willekeurige aferesebloedplaatjes) of worden verkregen voor een specifieke ontvanger van een familielid of een vrijwillige HLA-compatibele “gerichte” donor. Aferesebloedplaatjes vervallen 4 uur na verwerking voor vrijgave uit het bloedcentrum, tenzij geïncubeerde opslag beschikbaar is in het plaatselijke ziekenhuis.
Indicaties
1. Ter voorkoming van bloedingen als gevolg van trombocytopenie. De drempelwaarde van trombocytopenie waarbij een bloeding kan optreden, varieert afhankelijk van de klinische toestand van de patiënt. In het algemeen treden spontane bloedingen pas op wanneer het aantal bloedplaatjes onder 5.000 – 10.000/μL daalt. De aanbevolen “trigger” voor profylactische trombocytentransfusies bij patiënten die chemotherapie of een hematopoëtische stamceltransplantatie ondergaan, is <10.000/μL. Andere naast elkaar bestaande klinische condities kunnen deze “drempel” verhogen.
2. Bij een bloedende patiënt moet een bloedplaatjestelling boven de 50.000 worden gehandhaafd. Bij een chirurgische patiënt varieert het noodzakelijke aantal bloedplaatjes afhankelijk van de ingreep. Voor de meeste operaties is 30.000-50.000/μL voldoende. Voor ingrepen met een hoog risico, zoals neurologische of oogheelkundige ingrepen, wordt 100.000/μL aanbevolen.
3. Een abnormale bloedplaatjesfunctie kan aangeboren zijn, of te wijten zijn aan medicatie, sepsis, maligniteit, weefseltrauma, obstetrische complicaties, extra corporeale circulatie, of orgaanfalen zoals lever- of nierziekte. Spontane bloedingen kunnen dan optreden bij een hoger aantal bloedplaatjes. Als er sprake is van een disfunctie van de bloedplaatjes, zal de patiënt met een verstoord vasculair systeem (bv. trauma of operatie) een hoger aantal bloedplaatjes nodig hebben om hemostase te bereiken.
4. Familiedonor- of HLA-gematchte bloedplaatjes zijn geïndiceerd wanneer patiënten als gevolg van allo-immunisatie ongevoelig zijn geworden voor transfusies met willekeurige donors bloedplaatjes.
5. In verschillende situaties zijn bloedplaatjestransfusies niet geïndiceerd, tenzij er sprake is van aanzienlijke bloedingen. Bij auto-immuun trombocytopenie (b.v. ITP) zijn de transfusietoenames gewoonlijk slecht en is de overleving van de bloedplaatjes kort. Trombocytentransfusies kunnen gecontra-indiceerd zijn bij patiënten met trombotische trombocytopenische purpura (TTP), tenzij er sprake is van klinisch significante bloedingen.
6. Bij pediatrische patiënten is de gebruikelijke dosis trombocyten 1 eenheid bloedplaatjes in volbloed per kind van 10 kg, of 5 ml/kg. Er wordt een stijging van 50.000/ μL verwacht.
Therapeutisch effect
|
*Bij een patiënt met een milt van normale grootte en zonder antilichamen tegen bloedplaatjes.
De overleving van getransfundeerde bloedplaatjes bedraagt gemiddeld 3 tot 5 dagen, maar zal afnemen als er een consumptief proces aanwezig is. Correctie van een verlengde bloedingstijd bij disfunctie van de bloedplaatjes zal afhangen van de vraag of er een aandoening bestaat die ook de getransfundeerde bloedplaatjes zal aantasten (b.v. antiplaatjesmiddelen, uremie).