Contra-indicaties
overgevoeligheid
ernstige leverinsufficiëntie
Cardiogene shock
Sick sinus syndroom (indien geen pacemaker)
2°/3° hartblok (indien geen pacemaker)
Bradycardie (HR
Gecompenseerd hartfalen
Zware leverinsufficiëntie (Child-Pugh klasse C)
Voorzorgsmaatregelen
Anesthetica die myocardiale depressie veroorzaken, bradycardie, 1° hartblok, ischemische hartziekte, Prinzmetal angina, onbehandeld congestief hartfalen (CHF)
Patiënten met bronchospastische ziekte dienen geen bètablokkers te krijgen; patiënten met bronchospastische aandoeningen die niet reageren op andere therapieën, kunnen aanvankelijk lage doses krijgen, die met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt; nauwgezet volgen; patiënt moet onmiddellijk toegang hebben tot bèta2-agonist
Mag hyperthyreoïdie maskeren, inclusief tachycardie; abrupt staken kan symptomen van hyperthyreoïdie verergeren of schildklierstorm versnellen; indien thyrotoxicose wordt vermoed, zorgvuldig beheren en behandelen
Zware nierinsufficiëntie vermindert klaring; dosis aanpassen bij ernstige nierinsufficiëntie
Matige leverinsufficiëntie vermindert metabolisme ; dosering aanpassen bij matige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse B); gecontra-indiceerd bij ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C)
Kan hypoglykemie versterken bij patiënten met hypoglykemie en/of tekenen en symptomen maskeren
Onmiddellijke stopzetting kan angina verergeren en leiden tot MI; om de therapie te staken, geleidelijk afbouwen over 1-2 weken om acute tachycardie, ischemie en/of hypertensie te voorkomen; tijdelijke maar snelle hervatting van de behandeling met bètablokkers kan noodzakelijk zijn als de angina-symptomen of de symptomen van acute coronaire insufficiëntie verergeren
Kan de symptomen van arteriële insufficiëntie bij patiënten met perifere aandoeningen en claudicatio Raynaud (claudicatio intermittens) versnellen of verergeren; Voorzichtig gebruiken; controleren op progressie van arteriële obstructie
Renale aandoeningen, cerebrovasculaire insufficiëntie, gebruik bij feochromocytoom (alfablokker moet worden gestart vóór bètablokker)
Verhoogd risico op beroerte na operatie; routinematig staken van chronische bètablokkertherapie niet aanbevolen voorafgaand aan grote operatie
Gebruik met voorzichtigheid bij patiënten met myasthenia gravis
Gebruik met voorzichtigheid bij patiënten die calcium-kanaalblokkers of hartglycosiden gebruiken of inhalatieanesthetica gebruiken
Gebruik verliest receptorselectiviteit bij slechte metaboliseerders en in hoge doses (blokkeert zowel beta1 als beta2)
Excercerptie of inductie van psoriasis geassocieerd met psoriasis;
Niet aangetoond dat het de morbiditeit of mortaliteit vermindert bij patiënten met hartfalen; bisoprolol, carvedilol en metoprolol met verlengde afgifte zijn de enige bètablokkers waarvan is aangetoond dat ze de mortaliteit verminderen; wees voorzichtig bij patiënten met gecompenseerd hartfalen en controleer op verslechtering van de toestand; staak tijdelijk de behandeling of verlaag de dosis als de toestand verslechtert; Patiënten met hartfalen stabiliseren alvorens bètablokkertherapie te starten; therapie met zeer lage doses starten; kan aanpassing van andere medicatie vereisen, waaronder ACE-remmers en/of diuretica
Kan CNS-depressie veroorzaken of verergeren; wees voorzichtig bij patiënten met een psychiatrische stoornis