Meer dan vijfduizend jaar geleden gebruikten de oude Egyptenaren oogschaduw, niet alleen voor cosmetische maar ook voor praktische doeleinden. Donkere pigmenten die rond het oog werden geschilderd, hielpen het oog te beschermen tegen de felle middagzon die door het woestijnzand schitterde.
De vroegste oogverf in het oude Egypte was een dikke, felgroene pasta gemaakt van het mineraal malachiet.
Rainbow Of Cosmetics
Toen koningin Cleopatra in de 1e eeuw v. Chr. aan de macht kwam, beschikten de Egyptische vrouwen over een hele regenboog van cosmetica, die allemaal werden gemaakt van gesteenten, mineralen en planten uit de regio. Cleopatra gebruikte de felgroene malachietpasta van de oude Egyptenaren op haar onderste oogleden.
Op haar bovenste oogleden gebruikte zij een diepblauwe oogschaduw met goudkleurige pyrietvlekjes, gemaakt van gemalen lapis lazuli steen. Haar wenkbrauwen maakte zij donkerder en haar wimpers verlengde zij met zwarte kohl, een mengsel van poedervormig loodsulfide en dierlijk vet. En voor lippenstift en rouge gebruikte Cleopatra rode oker, een soort klei die rood werd gekleurd door ijzeroxide.
Nagellak
De Egyptische koningin droeg zelfs nagellak, gemaakt van de roodbruine kleurstof henna, die afkomstig is van de Egyptische ligusterboom. En Cleopatra liet vaak haar handpalmen beschilderen met henna in uitgewerkte ontwerpen. Net als de oude Egyptenaren voor haar, gebruikte Cleopatra haar cosmetica niet alleen omwille van de schoonheid, maar voor bepaalde voordelen die schoonheid zou kunnen brengen. Met Julius Caesar als haar minnaar en, later, Marcus Antonius als haar echtgenoot, consolideerde Cleopatra de macht van Egypte met die van Rome.