Volgens de archeologen behoorde de grafheuvel waarin de spelstukken werden gevonden, hoogstwaarschijnlijk toe aan iemand met een belangrijke status. Andere opgegraven voorwerpen – waaronder aardewerk, botten, een bronzen naald en gebrand glas – bevestigen dit idee. Het perceel zelf bestond uit een centraal gedeelte van verbrande grond, omgeven door rotsen.
“Dit zijn statusobjecten die getuigen van contact met het Romeinse Rijk, waar ze zich graag vermaakten met bordspellen,” vertelde historicus Morten Ramstad van het Bergen University Museum in Noorwegen aan de Noorse publieke omroep NRK.
“Mensen die dit soort spellen speelden, waren de plaatselijke aristocratie of de hogere klasse. Het spel toonde aan dat je de tijd, de winst en het vermogen had om strategisch te denken.”
De teruggevonden spelstukken zijn gemaakt van bot en zijn relatief goed bewaard gebleven, zeggen de onderzoekers. Op de lange dobbelstenen zijn kleine cirkels te zien die de getallen nul, drie, vier en vijf voorstellen.
Het is een fascinerende blik in het verleden van de mensheid, en een vondst die historici meer zou kunnen vertellen over hoe de Noorse cultuur zich in de vroege ijzertijd ontwikkelde. Het spel zou wel eens een voorloper kunnen zijn geweest van het Viking bordspel hnefatafl (of “koningstafel”).
Stukken van dat spel – of een spel dat daaraan verwant is – werden onlangs blootgelegd op Lindisfarne, een klein eiland voor de kust van Noordoost-Engeland. Net als bij ludus latrunculorum is het strategische spel vergelijkbaar met schaken.
De volgende stappen zijn dat de stukken vakkundig worden geconserveerd, waarna ze hopelijk in een museum kunnen worden tentoongesteld.
“Het vinden van een spel dat bijna tweeduizend jaar oud is, is ongelooflijk fascinerend,” vertelde Ramstad aan NRK. “Het vertelt ons dat de mensen toen niet veel van ons verschilden.”